1.3 Economische globalisering: gevolgen

1.3 Economische globalisering: gevolgen
- Info veldwerk Young Innovators 16/17 september
(groepsindeling/foto en film)
-  huiswerkvraagjes
- Uitleg 1.3 
- Maken 1.3


1 / 41
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

1.3 Economische globalisering: gevolgen
- Info veldwerk Young Innovators 16/17 september
(groepsindeling/foto en film)
-  huiswerkvraagjes
- Uitleg 1.3 
- Maken 1.3


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waar staat de afkoring BBP voor?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Link

Verschil BNP en BBP
Het bruto nationaal product (bnp) is het totale inkomen van de mensen die in een land wonen, ongeacht of ze in dat land of het buitenland werken. Het bnp per hoofd van de bevolking is een veelgebruikte maatstaf voor de grootte van een economie.
Het bruto binnenlands product (bbp) van een land of van een regio is de marktwaarde van alle goederen en diensten die er in één jaar tijd worden geproduceerd.

Slide 13 - Slide

Leg uit dat de daling van het bbp in China toch meer bijdraagt aan de afkoeling van de wereldeconomie dan de daling van het bbp in Brazilië en Rusland. Je uitleg bevat een oorzaak-gevolgrelatie.

Slide 14 - Open question

Regel: door de opdeling van de productieketen nemen de wereldhandel en het transport van goederen veel sneller toe dan de productie van goederen. Leg deze regel uit. Je uitleg bevat een oorzaak en een gevolg!

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Het containerschip in bron 9 is een van de grootste ter wereld. Aan de schaalvergroting in de scheepvaart lijkt geen einde te komen.
Welke ruimtelijke ontwikkeling hebben de Rotterdamse havenbekkens doorgemaakt?
Noem hiervoor twee verschillende redenen.
Eén reden ontleen je aan bron 9.
Gebruik de bronnen 9 en 12.

Slide 18 - Open question

Leg het verband uit tussen bron 9 en economische globalisering.
Gebruik in je antwoord het begrip knooppunt. Je uitleg bevat een oorzaak-gevolgrelatie.

Slide 19 - Open question

Lesdoel
  • De gevolgen van economische globalisering kunnen uitleggen (LEES DE TEKST GOED DOOR!!)

Slide 20 - Slide

Wat zijn ook alweer de oorzaken van economische globalisering

Slide 21 - Open question

Gevolgen economische globalisering? (triade?)

Slide 22 - Slide

1. Triade (bedreigd)

  • Opkomst semiperifere landen (met name China)
  • Uitschuiving dienstensector (soms ook doorschuiven)
  • verschuiving economisch zwaartepunt/global shift

Slide 23 - Slide

Outsourcing
Tegenwoordig verdwijnen in de westerse landen naast onderdelen van de maakindustrie ook ‘witteboordenbanen’ uit de dienstensector (bij administratiekantoren, callcenters, laboratoria) naar goedkopere, vooral Aziatische landen. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Op welke manier botst globalisering in dit voorbeeld bij een outsourcing bedrijf vanuit de VS?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

2.Ruimtelijke gevolgen (geografisch)
  • Nieuwe internationale arbeidsverdeling (Na 1980 ontstaat een nieuwe internationale arbeidsverdeling. Deze verdeling laat grofweg zien welke taken (grondstoffenleverancier, industrieel productiecentrum, dienstverlener) welk deel van het wereldsysteem voor zijn rekening neemt)
  • Mno’s veroveren nationale markten in (semi)periferie 
  • Bedrijven verplaatsen steeds sneller hun vestigingen (van uitschuiven naar doorschuiven)
  • Mno’s beperken zich tot core business en werken op locatie met onderaannemers 
  • Globalisering is wereldwijd merkbaar (bv spanningen in het Midden-Oosten leveren wereldwijd hogere benzineprijzen op)
  • Meer sociale en regionale ongelijkheid 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Slide

Globalisering overal merkbaar

Slide 31 - Slide

Wie doet er mee?

Slide 32 - Slide

Kijkopdracht
online shoppen in china

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Opdrachten
Maken 1.3


Slide 35 - Slide

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 1
Hoofdvragen & Examentraining


Slide 36 - Slide

1.1 Globalisering: One World?
a Het aandeel van de Duitse export naar dat land.
b Je ziet in een oogopslag welke gebieden in de wereld belangrijk zijn voor de Duitse export.
c De stelling klopt niet. Het blijkt dat de buurlanden de belangrijkste afzetmarkt voor de Duitse export vormen.
d Naar Azië en vooral China. Hier groeit het bbp veel harder dan in Europa (oorzaak). De koopkracht zal in Azië dus toenemen waardoor de vraag naar bijvoorbeeld Duitse goederen stijgt (gevolg).
e De afzetmarkt is groter omdat het Verenigd Koninkrijk veel meer inwoners telt.

Slide 37 - Slide

1.2 Economische globalisering: oorzaken
a B, C, E
b Productie: B, D, E
Afzetmarkt: A, C, F
c China importeert olie uit Afrika. Op deze manier worden olierijke Afrikaanse landen verbonden met de economie van China, een voorbeeld van economische globalisering.
d In 2010. Als er meer goederen worden verhandeld, valt er ook meer te vervoeren.

Slide 38 - Slide

1.3 Economische globalisering: gevolgen
a In Noord-Mexico liggen de EPZ’s iets ten zuiden van de grens met de VS. De VS is van hieruit goed bereikbaar en de lonen in Mexico zijn veel lager dan in de VS.
b Een deel van de industriële productie uit de centrumlanden verschuift naar de semiperiferie (oorzaak). Dit leidt tot een nieuwe arbeidsverdeling in de wereld (gevolg).
c Doorschuiven. Op GB 196D1/GB 212D1 zie je dat verder naar het zuiden het inkomen lager is. Dat duidt op lagere lonen (oorzaak) en dat is een belangrijke vestigingsplaatsfactor voor arbeidsintensieve inkomensverschillen tussen bedrijven (gevolg).
d I. Dit gebied ligt aan de Stille Oceaan. Global shift geeft aan dat er een verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld zal plaatsvinden van gebieden aan de Atlantische Oceaan naar gebieden rond de Stille Oceaan.

Slide 39 - Slide

Opgave 1 - Rusland
1
Rusland levert vooral grondstoffen en energie aan Europa. Dat is typisch voor een land in de periferie. 
2
Rusland wil laten zien dat de geannexeerde Krim wel degelijk bij Rusland hoort. 
3
  1. Uit de bron blijkt dat de omstandigheden van oliewinning in Rusland vaak moeilijk en dus duur zijn. 
2. De olie moet via pijpleidingen over enorme afstanden worden vervoerd vanuit de winningsgebieden in het oosten naar de gebruiksgebieden in het westen.
4
De slechte staat van de woning/woonomgeving en de bewerking van het land met een paard. 
5
Gebied II is de regio Moskou, een dichter bevolkt en rijker gebied. Hier is een grote afzetmarkt voor  allerlei industriële producten (textiel, auto’s). De Oeral is een gebied waar veel grondstoffen voorkomen waarop vooral de ijzer- en staalindustrie is gebaseerd. 
6
GB 133A/GB 137A. Europees Rusland is veel dichter bevolkt (oorzaak) en vormt dus een
aantrekkelijkere afzetmarkt (gevolg).
GB 134A/GB 138A. Europees Rusland is veel beter bereikbaar/ontsloten. Bereikbaarheid is voor mno’s een belangrijke vestigingsplaatsfactor.

Slide 40 - Slide

Opgave 2 - China
7
Rusland is erg afhankelijk van de export van grondstoffen, onder ander energie (oorzaak). Als de 
vraag hiernaar daalt, daalt de olieprijs en dat remt de Russische economie sterk (gevolg).
8
Door de aanleg van dit netwerk neemt de relatieve afstand af. Tijd en ruimte worden in elkaar gedrukt; 
GB 161A/GB 167B.
9
GB 162D/GB 168B. De kustgebieden zijn het meest geschikt als vestigingsplaats voor op de export 
gerichte industrie. Het gevolg is dat veel migranten uit het binnenland naar de kust trokken waardoor
de bevolkingsspreiding nog onregelmatiger werd.
10 Regionale ongelijkheid tussen de kustzone en het binnenland. Sinds 2000 zijn er in het binnenland tal 
van speciale economische zones ontwikkeld, bedoeld om de ongelijkheid in het land te beperken.
11
Door de snelle toename van de koopkrachtige middenklasse (oorzaak) vormt China een aantrekkelijke 
afzetmarkt voor westerse producten (gevolg).
12
Bedrijf: de lonen zijn hier nog lager dan in China en de afzetmarkt is dichterbij. 
Ethiopië: het bedrijf verschaft werk en het personeel wordt geschoold.

Slide 41 - Slide