Examen Nederlands

Centraal Eindexamen Nederlands
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Centraal Eindexamen Nederlands

Slide 1 - Slide

Hoeveel punten kun je ONGEVEER halen op het CE?
A
30
B
40
C
50
D
60

Slide 2 - Quiz

Hoeveel punten van je examen zijn voor de schrijfopdracht?
A
9
B
10
C
13
D
15

Slide 3 - Quiz

Hoeveel tijd krijg je voor het CE Nederlands? (zonder extra tijd)
A
100 minuten
B
120 minuten
C
200 minuten
D
150 minuten

Slide 4 - Quiz

Wat neem je mee naar het CE Nederlands?

Slide 5 - Mind map

CE Lezen 

Slide 6 - Slide

Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.

Rapunzel
afscheid disneyprinsessen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte

Slide 7 - Drag question

Tekst 3 is altijd een advertentie. Welk tekstdoel heeft een advertentie?

Slide 8 - Open question

Welk type woorden moet je zeker leren?
A
Signaalwoorden
B
Werkwoorden
C
Verwijswoorden

Slide 9 - Quiz

Herhaling lezen: 
- Onderwerp 
- Deelonderwerp 
- Hoofdgedachte
- Tekstdoel 
- Signaalwoorden 
- Verwijswoorden 

Slide 10 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 11 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 12 - Quiz


Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in één zin
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst

Slide 13 - Quiz

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
Doden door stortbuien in China
D
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel

Slide 14 - Quiz

Tekstdoelen
Welke tekstdoelen ken jij?

Slide 15 - Open question

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 16 - Drag question

timer
1:00
Signaalwoord
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 17 - Drag question

Wat zijn verwijswoorden? Noem een voorbeeldzin waarin je een verwijswoord gebruikt.
timer
1:00

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide