Oplossingen milieuproblemen

Lesplanning
  • SO opgeven
  • Lesdoel vorige les
  • nakijken vraag 5 t/m 7
  • Nieuwe lesdoel
  • De toekomst van het milieu
  • Lezen en maken blz. 39-42
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesplanning
  • SO opgeven
  • Lesdoel vorige les
  • nakijken vraag 5 t/m 7
  • Nieuwe lesdoel
  • De toekomst van het milieu
  • Lezen en maken blz. 39-42

Slide 1 - Slide

SO milieuproblemen en de toekomst van het milieu
2A - 
2B
2C
2D
2H
2I

Slide 2 - Slide

Lesdoel vorige les
Het versterkte broeikaseffect wat is dat?

Je krijgt een A-4tje
Daarop teken je: de zon - de aarde - de dampkring - 
                           CO2 en andere broeikasgassen 

Daarna schrijf je op je tekening hoe het versterkte broeikaseffect ontstaat.

HELP ELKAAR! 

Slide 3 - Slide

Nakijken 
Vraag 5 t/m 7

Blz. 36-37


Slide 4 - Slide

Nieuw lesdoel
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat duurzaam is.

Daarnaast kan je aangeven hoe jij denkt over de toekomst van het milieu. Natuurlijk gebruik je argumenten om je mening te onderbouwen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Toekomst

-Minder gebruik van gas en andere fossiele brandstoffen
-Meer milieuvriendelijke energie
     - zonnepanelen
     - windenergie
     - elektrische auto's

Slide 9 - Slide

Wat kan de overheid doen?


Milieusparend

Milieubelastend

Slide 10 - Slide

Lezen en maken


De toekomst van het milieu! 

Slide 11 - Slide

Nieuw lesdoel
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat duurzaam is.

Daarnaast kan je aangeven hoe jij denkt over de toekomst van het milieu. Natuurlijk gebruik je argumenten om je mening te onderbouwen.

Slide 12 - Slide

Wanneer meer automobilisten een elektrische auto gaan rijden wordt de luchtkwaliteit ...
A
beter
B
slechter

Slide 13 - Quiz

Doordat de wegen drukker worden, wordt de luchtkwaliteit ...
A
beter
B
slechter

Slide 14 - Quiz

Als je de vaatwasser gebruikt en het water loost, doe je mee aan ...
A
Bodemvervuiling
B
Luchtvervuiling
C
Watervervuiling

Slide 15 - Quiz

Uit veel schoorstenen van fabrieken komt rook met schadelijke stoffen, dit is ...
A
bodemvervuiling
B
luchtvervuiling
C
watervervuiling

Slide 16 - Quiz

Hoe kan de overheid milieuproblemen aanpakken?
A
Door het scheiden van afval beter te promoten.
B
Door meer belasting te heffen op producten die slecht zijn voor het milieu.
C
Door wetten en regels op te stellen over CO2 uitstoot bij bedrijven.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 17 - Quiz

Waarom zijn plastic tasjes slecht voor het milieu?
A
Plastic is een kunststof, dat betekent dat dieren er in kunnen stikken
B
Plastic is een natuurlijke stof, die kan niet worden afgebroken in de natuur
C
Plastic is een kunststof, dat betekent dat het niet goed wordt afgebroken in de natuur
D
Plastic vormt groepjes in de zee waar eenden ziek van worden

Slide 18 - Quiz

Wat betekent hergebruik (recycling)?
A
Nieuwe producten maken van bestaande producten.
B
Zo min mogelijk weggooien, maar producten langer gebruiken.
C
Het maken van nieuwe producten uit afval.
D
Duurzaam leven.

Slide 19 - Quiz

Wat betekent duurzaam produceren?
A
Dat je nu in je behoefte kunt voorzien, maar ook denkt aan de mensen in de toekomst.
B
Dat je geen afval meer aanbiedt.
C
Dat je zo min mogelijk vlees eet.
D
Dat je niet meer met de auto mag reizen.

Slide 20 - Quiz

Wat zie je hier?
A
uitputting
B
aantasting
C
vervuiling
D
milieuproblemen

Slide 21 - Quiz

Oorzaak of gevolg milieuprobleem;
Door de ontbossing verdwijnen natuurlijke ecosystemen.
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 22 - Quiz

Ieder jaar verbruiken de mensen op aarde meer energie
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 23 - Quiz

Is groene stroom duurzame energie?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Zijn zonlicht, windkracht en biomassa duurzame energie?
A
nee
B
ja

Slide 25 - Quiz

Leon wil thuis beter op het milieu gaan letten. Op welke manier kan hij dat doen?
A
Door dingen een keer te gebruiken
B
Door afval te scheiden.
C
Door veel zelf te doen.
D
Door de goedkoopste producten te gebruiken.

Slide 26 - Quiz

In welk geval werkt de consument NIET mee aan een beter milieu?
A
Spullen te koop aanbieden op Marktplaats.
B
Hout kopen met het FSC-keurmerk.
C
Met de trein reizen.
D
De verwarming hoog zetten en de ramen openen.

Slide 27 - Quiz

Wat betekent duurzaam produceren?
A
Dat je nu in je behoefte kunt voorzien, maar ook denkt aan de toekomst.
B
Dat je geen afval meer aanbiedt.
C
Dat je zo min mogelijk vlees eet.
D
Dat je niet meer met de auto mag reizen.

Slide 28 - Quiz

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gesubsidieerde producten en diensten gebruiken.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gesubsidieerde producten en diensten gebruiken.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 29 - Quiz

Rosa heeft oude spullen te koop gezet op Marktplaats. Waarom is dit goed voor het milieu?
A
Door hergebruik krijgen spullen een kortere levensduur.
B
Door hergebruik ontstaat er meer afval.
C
Door hergebruik krijgen spullen een langere levensduur.

Slide 30 - Quiz