Ik kan de hoofdwaarde vrijheid verduidelijken met (eigen) voorbeelden.
Ik kan de hoofdwaarde vrijheid in relatie brengen met de andere hoofdwaarden.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Vrijheid van ....
Vrij van onderdrukking
In Nederland: je mag niet onderdrukt of gediscrimineerd worden vanwege je levensovertuiging, politieke overtuiging, seksuele geaardheid of ras.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Vrijheid tot ......
Je bent vrij om te kiezen
maar.... je bent niet de enige op de wereld, dus anderen moeten ook vrij zijn.
Je leeft samen met anderen, dus grenzen aan vrijheid.
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Slide 6 - Slide
Meningspel
We gaan allerlei maatschappelijke vraagstukken met betrekking tot vrijheid onderzoeken en bespreken in het meningspel.
Verdeel de klas in duo’s. Elk duo krijgt 4 kaarten.
1. EENS (GROEN) 2. ONEENS (ROOD) 3. We komen er niet uit (ORANJE) 4. Geen mening (GRIJS)
De les bestaat uit drie delen. Elk deel heeft drie stellingen. Na elke stelling heb je met je duo kort de tijd (1 à 2 minuten) om deze samen te bespreken en een keus te maken tussen de kaarten.
Zijn jullie het meteen samen eens of oneens? Dan is het makkelijk kiezen.
Zitten jullie nog niet op een lijn? Ga in dialoog! Komen jullie niet op tijd tot overeenstemming? Kies dan de oranje kaart.
Hebben jullie over deze stelling echt geen mening? Kies dan de grijze kaart.
Belangrijk: jullie moeten samen één kaart kiezen! Leg deze kaart goed zichtbaar voor jullie op tafel.
Slide 7 - Slide
Open dialoog & actief luisteren
Het is superbelangrijk dat we geen discussie gaan voeren en elkaar gaan proberen te overtuigen van elkaars mening maar dat we een ‘open dialoog’ voeren.
Wat is dat precies en hoe doe je dat? Wat we met een open dialoog bedoelen is dat je luistert naar de ander met oprechte nieuwsgierigheid. Je stelt krachtige, goede vragen waardoor je elkaar écht probeert te begrijpen. Je probeert bij de essentie van de mening van de ander te komen. Dat is best lastig maar je kan het oefenen! Daarbij is ‘actief luisteren’ automatisch heel belangrijk: iemand aankijken, samenvatten en doorvragen.
Door bijvoorbeeld te vragen: “Wat bedoel je precies met…” “Als ik het goed begrijp bedoel jij...(samenvatting)” “Waarom betekent dat voor jou zoveel?” “Hoe voel je je daarbij?” "Hoe weet je dat? (waar komt een mening vandaan?) “Waarom vind/denk je dat, denk je?”
Uitdaging: probeer gesloten vragen, waarbij de ander alleen met ja of nee kan antwoorden, te vermijden!
Let’s go!
Slide 8 - Slide
Deel 1: Vrijheid om te zijn wie je bent
Je mag zijn wie je bent in Nederland! Deze vrijheid is zelfs opgenomen in de wet. Zo mag je geloven wat je wil, heb je het recht om je eigen levensstijl te bepalen, mag je houden van wie je wil en ben je de baas over je eigen lichaam.
Niemand kan je over bovengenoemde punten opleggen wat je moet doen. In Nederland is dit een belangrijke vorm van vrijheid.
Dat klinkt allemaal heel mooi op papier maar in de echte wereld zijn er toch wel wat situaties te bedenken waar het misschien een beetje schuurt…
Er volgen drie uitspraken over ‘zijn wie je bent’ waarvan we benieuwd zijn naar je mening.
Slide 9 - Slide
Stelling 1: Je bent altijd vrij om te dragen wat je wil
Bespreken & kiezen ! (in duo's) Bespreek de stelling en maak een samen keuze in ca. 2 minuten! Leg de kaart die jullie kiezen zichtbaar op tafel.
Loop als docent rond, zo zie je welke duo’s er snel een keus maken en welke leerlingen er wat langer over doen en in gesprek zijn. Ook kun je de interactie tijdens het duogesprek goed observeren. Dit is handig als je leerlingen straks aan het woord wil laten.
GEBRUIK ONDERSTAANDE INFO EVENTUEEL OM DE LEERLINGDIALOOG TE BEGELEIDEN
INFO/UITLEG:
Met deze vraag wordt bespreekbaar dat media/vrienden/ouders allemaal op een andere manier invloed hebben op je keuzes. Hoe zit dat bij jou? Zeggen je ouders bijvoorbeeld weleens dat je dingen niet moet dragen? Reageren klasgenoten weleens op je uiterlijk? En hoe voelt dat?
Slide 10 - Slide
Klassikaal bespreken/in dialoog:
Bespreek de stelling door een aantal duo’s naar hun keuze te vragen. Begin met 'eens'/'oneens'-kaarten en wissel het een beetje af.
Vergeet ook niet een aantal duo’s met oranje kaarten te vragen hoe hun gesprek verliep en waarom ze er niet uit kwamen.
Sla ook de grijze kaarten niet over; waarom hebben ze geen mening over deze stelling? Zo zorgen alle kleuren kaarten voor participatie.
Let hierbij op de klassenafspraken en het stellen van open vragen. Stelt iemand een gesloten vraag? Stimuleer deze leerling dan om de vraag te herformuleren. Zo komen we ergens!
Sluit elke ronde af door te vragen of er nog leerlingen zijn die iets willen toevoegen. Zijn er dingen onbesproken of nog niet gezegd, maar volgens jou toch echt van belang? Je mening delen?... JA GRAAG!
TIP: Kies elke ronde andere leerlingen om mee te praten in de dialoog. Natuurlijk is het prettig als er een fanatiek groepje is, maar probeer ook echt iedereen te betrekken, elke mening doet ertoe… ook de 'geen mening' is boeiend ;)
Slide 11 - Slide
Stelling 2: Bedrijven mogen mensen met tatoeages weigeren
Stap 1. In tweetallen: bespreek de stelling en maak een samen keuze in ca. 2 minuten! Leg de kaart die jullie kiezen zichtbaar op tafel.
Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog: Wat vinden jullie? Welke meningen hebben we allemaal? Wat kunnen we van elkaars visie leren?
INFO/UITLEG: Werkgevers hebben in Nederland de vrijheid om in specifieke gevallen bepaalde vormen van levensstijl niet zichtbaar te willen laten zien binnen hun organisatie. Dit is echter een regel van het bedrijf die goed onderbouwd moet zijn. Werknemers hebben op hun beurt weer de keus om wel of niet bij het bedrijf te werken. Het is dus aan de werkgever, maar het is GEEN regel in Nederland. Daarnaast is het zomaar uitsluiten van werknemers op basis van uiterlijke kenmerken NIET toegestaan in Nederland. Dit valt onder Artikel 1: Gelijke behandeling en discriminatieverbod
Ingewikkeld... wat denken jullie?
Slide 12 - Slide
Stelling 3: Als je je op school raar gedraagt is het niet gek dat je gepest wordt.
Stap 1. In tweetallen Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog
LET OP! Deze vraag is spannend! Je kunt als docent het beste inschatten of dit in jouw klas gepast is. Soms kan deze vraag (als er daadwerkelijk gepest wordt) het gedrag zowel positief als negatief beïnvloeden.
Een mooie kans is om de jongeren met gematigde/minder heftige meningen bij deze vraag aan het woord te laten! Hoe meer verschillende kanten er worden belicht bij deze stelling, hoe beter. Pesten is namelijk een sociale norm die vaak niet door de hele groep wordt ondersteund/gedragen. Het is ook een goed moment om samen de norm te bepalen en zo de klas te 'resetten'.
Slide 13 - Slide
DEEL 2: Vrijheid om te zeggen wat je wil!
Er wonen in Nederland veel verschillende mensen. Iedereen heeft in Nederland recht op zijn eigen mening en mag deze ook uiten. Dit mag je vinden, uitspreken of schrijven. Ook heb je het recht om te protesteren. Maar hoe zit dat dan met rekening houden met anderen? Kun je altijd zeggen wat je vindt? En moet je altijd zeggen wat je denkt en vindt?
nos.nl
Slide 14 - Link
This item has no instructions
Slide 15 - Slide
Stelling 2.1: Je kunt helemaal niet altijd alles zeggen wat je wil
Stap 1. In tweetallen Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog
INFO/UITLEG: Deze vraag gaat over het recht om te zeggen wat je wil. Je hebt in Nederland de vrijheid om je te uiten. Vrijheid van meningsuiting zal hier zeker genoemd worden. Een goed moment om uit te leggen wat dat precies is ;)
Het recht op vrijheid van meningsuiting betekent dat je mag denken, zeggen en schrijven wat je wilt, dat je mag lezen, luisteren en kijken wat je wilt, en dat je overal informatie mag verzamelen, want op basis daarvan kun je een mening vormen.
Maar je mag hierbij geen wetten overtreden, er zitten dus wel grenzen aan deze vrijheid. Je mag niet iemand bewust te beledigen op basis van afkomst, levensovertuiging, handicap of seksuele voorkeur. En je mag ook niet anderen openbaar aanzetten tot discriminatie, haat of geweld.
De vrijheid om te zeggen wat je vindt of denkt is soms iets anders dan je houden aan gedragsafspraken die belangrijk zijn om goed en fijn met elkaar te kunnen omgaan. Denk bijvoorbeeld aan de afspraken op school, de buurt of thuis. Je zal niet overal zomaar altijd zeggen wat je vindt.
Slide 16 - Slide
Stelling 2.2: Online ben je veel vrijer om te zeggen wat je denkt
Stap 1. In tweetallen
Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog
INFO/UITLEG: Deze dialoog zou moeten gaan over of je online alles zomaar kan plaatsen. Ben je juist vrijer of voorzichtiger? Hoe denken de leerlingen over het geven van commentaar op klasgenoten? Wat zien ze bij anderen?
En wat er eenmaal online is geplaatst, dat blijft beschikbaar! Natuurlijk kun je anoniem heel veel doen, maar is alles altijd terug te vinden? Hoe verstandig is het om online alles te zeggen wat je denkt?
Slide 17 - Slide
Stelling 2.3: Kranten en nieuwssites mogen alles schrijven wat ze willen
Stap 1. In tweetallen Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog INFO/UITLEG: De media heeft de vrijheid om altijd onafhankelijk te schrijven. Dit wordt persvrijheid genoemd. Maar hoe zit het dan met de ‘waarheid’? Moeten kranten niet de waarheid schrijven en hoe weet je zeker wat dan echt waar is? Er is veel discussie over de media en welke bronnen je nog wel kunt vertrouwen.
Hoe denken de leerlingen hier over?
Hoe weet je welke nieuwssites je moet volgen?
Waar halen zij hun informatie vandaan?
Hebben sommige media (zoals het journaal of de krant) een verantwoordelijkheid om waarheidsgetrouw te schrijven?
Meningen zijn toch nooit waarheden?
En mogen kranten dan minder dingen schrijven dan roddelbladen?
Slide 18 - Slide
DEEL 3: Vrijheid om te doen wat je wil
"Vrijheid, dat is gewoon doen waar je zin in hebt!" Eeeeh, ja én nee. Je kunt tot op zekere hoogte doen wat je wil in Nederland, maar voor sommige dingen zijn er afspraken en regels. Deze zijn belangrijk om de vrijheid van iedereen te waarborgen!
In Nederland moet iedereen zich veilig kunnen voelen in de openbare ruimte. Dus daar zijn regels waar je je aan moet houden. Zo zijn er een aantal dingen die misschien toch niet zomaar kunnen.
Slide 19 - Slide
Stelling 3.1: Als je je gewoon aan de regels houdt, kom je niet in de problemen
Stap 1. In tweetallen Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog INFO/UITLEG: Deze vraag gaat onder andere over zelfstandig (kritisch) nadenken. Moet je altijd doen wat er wordt opgedragen, of is het belangrijk om zelf te blijven nadenken?
Daarnaast heb je zelf niet altijd invloed op de positie waar je je in begeeft en hoe anderen je zien. Misschien ben je soms ineens op de verkeerde plek op het verkeerde moment.
Bespreek na deze dialoog dat het belangrijk is om je informatie altijd te checken en goed te weten waarom regels en wetten er zijn. Zo ben je op de hoogte en kun je ook de vrijheid voelen om zelf keuzes te maken met betrekking tot die regels.
Slide 20 - Slide
Stelling 3.2: Als ik me vrij willen voelen, hoef ik geen rekening te houden met anderen
Stap 1. In tweetallen Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog
INFO/UITLEG: Deze stelling verkent de verschillen tussen iets doen voor jezelf of iets doen omdat je rekening houdt met een ander. Hoe denken de leerlingen hierover en waar verschillen ze van mening?
Voor de ene leerling kan het veel vrijer voelen om juist rekening te houden met anderen, terwijl een ander dit moeilijk vindt. Deze verschillen hebben te maken met je persoonlijke voorkeur. Het één is niet slechter dan het ander.
Benoem in deze dialoog juist de verschillen die er zijn in het ervaren van wat vrijheid is. Iedereen is immers ook vrij om anders te zijn!
Slide 21 - Slide
Stelling 3.3: Je moet altijd doen wat de autoriteiten zeggen
Stap 1. In tweetallen Stap 2. Klassikaal bespreken/in dialoog
INFO/UITLEG: Deze dialoog zou moeten gaan over het verschil tussen het opvolgen van gezag of zelfstandig (kritisch) nadenken. En hoe dit zich tot elkaar verhoudt.
We kunnen er in Nederland van uitgaan dat agenten en anderen mensen met gezag het ‘juiste’ doen en dat opvolgen van een instructie dus goed is. Maar dat is iets anders dan ‘een politieagent heeft altijd gelijk’.
Wat vinden jullie daarvan? Kun je agenten altijd vertrouwen?
En hoe zit dat eigenlijk in andere landen? Moet je daar ook doen wat agenten zeggen? Is daar een verschil?
Slide 22 - Slide
Best ingewikkeld, die vrijheid!
Afsluiting Vrijheid? Eenvoudig is het niet. Maar wel heel erg mooi en belangrijk! In Nederland is vrijheid gelukkig al heel lang een belangrijke kernwaarde waar iedereen hard voor werkt! De overheid doet haar best om vrijheid zo goed mogelijk te waarborgen. Op school heb je in ieder geval de mogelijkheid om over vrijheid en dit soort onderwerpen te praten en je mening te geven. Dat is niet in alle landen in de wereld vanzelfsprekend.
Twee afsluitende vragen voor de klas:
Hoe zouden jullie ‘vrijheid’ nu definiëren? Wat betekent vrijheid voor jou? Dit mag voor iedereen anders zijn!
Hoe zouden we elkaars vrijheid beter kunnen waarborgen? Hoe kunnen we beter rekening houden met elkaar en wat zou jij hier zelf in kunnen veranderen?
TIP 1: Laat de leerlingen hier individueel over nadenken en dit opschrijven. Verzamel de briefjes en laat het onderwerp even bezinken. Kom er een volgende les op terug en maak concrete afspraken en doelen zodat iedereen zijn vrijheid wordt gewaarborgd in jullie groep!
TIP 2: Deel de uitkomsten met je collega's van beeldende vorming en vraag of deze een inspirerende postercampagne wil opzetten voor de hele school!
Slide 23 - Slide
Klassikale reflectie:
Bespreek de les klassikaal na. Maak eventueel gebruik van de onderstaande vragen:
Wie vond de vragen, of sommige vragen, lastig?
Wat vonden jullie van de onderwerpen?
Heeft er iemand een nieuw inzicht gekregen door wat een klasgenoot heeft gezegd?
Waarom zouden we hier vaker aandacht aan moeten besteden?
Wie heeft het er later of thuis nog over gehad?
Hoe vonden jullie deze les?
Slide 24 - Slide
Tot slot
Vrijheid kun je letterlijk nemen, maar vrijheid zit eigenlijk ook diep van binnen. Ze zeggen wel eens: 'Je kunt iemand alles afnemen behalve diens vrije gedachten.' Zolang jouw gedachten er zijn kun jij ermee doen wat je wil. Die vrijheid verdwijnt nooit. Dus wees daar zuinig op!
Huiswerk
Leerwerk: lezen Hfdst 5, paragraaf 2, pp.97-100
Maakwerk: opdrachten 5 t/m 7, 9 en op-pad-opdracht 1