This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
BTW of Marge?
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
voorkennis checken
Uitleg nieuw onderwerp: Marge of BTW
Sommen maken
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
wat het verschil is tussen een BTW en een marge-auto
Hoe je de brutowinst uitrekent van een auto
Marge-auto: het verschil tussen inkoop en verkoop en de BTW berekening
BTW auto: Het verschil tussen inkoop en verkoop en de BTW berekening.
Slide 3 - Slide
De consumentenprijs is:
A
De verkoopprijs exclusief BTW
B
De verkoopprijs inclusief BTW
Slide 4 - Quiz
De nettoverkoopprijs van een auto is € 5.000,-. De consumentenprijs is dan:
A
€ 6.050
B
€ 5.300
Slide 5 - Quiz
De consumentenprijs van een auto bedraagt € 9.999,-. De nettoverkoopprijs is dan:
A
€ 8.263,64
B
€ 7.899,21
Slide 6 - Quiz
Waar gaat de BTW naar toe? Kan een ondernemer ook BTW terug krijgen? Leg uit.
Slide 7 - Open question
Een ondernemer koopt een auto in voor € 4.000,- Hij wil 25% winst maken op de inkoopprijs. Hoeveel bedraagt de brutowinst?
A
€ 5.000
B
€ 1.000
Slide 8 - Quiz
BTW auto
Je kunt een auto in de marge of BTW regeling kopen.
Een ondernemer die de auto of bestelauto zakelijk gebruikt koopt een auto in de BTW regeling.
We noemen dit een BTW auto.
De ondernemer betaald eerst de verkoopprijs inclusief BTW. Later kan hij de BTW terugvorderen bij de belastingdienst.
Verkoopt de ondernemer deze auto later weer of ruilt hij de auto in voor een nieuwe auto dan blijft dit een btw auto.
Slide 9 - Slide
Voorbeeld 1 BTW auto
Een btw auto wordt verkocht voor € 10.000 exclusief de btw aan een ondernemer, de auto is ingekocht voor € 9.000 exclusief de btw.
a) Hoeveel brutowinst wordt er op deze auto gemaakt?
b) Hoeveel BTW bedraagt de BTW over de verkoopprijs?
c) Hoeveel bedraagt de BTW over de inkoopprijs?
d) Hoeveel moet de ondernemer af dragen aan de belastingdienst?
Slide 10 - Slide
uitwerking
a) € 10.000 - € 9.000 = € 1.000,-
b) €10.000 : 100 x 21 = € 2.100,-
c) € 9.000 : 100 x 21 = € 1.890,-
d) Te betalen BTW: € 2.100,-
Te vorderen BTW: € 1.890,- -
Af te dragen BTW: € 210,-
Slide 11 - Slide
Voorbeeld 2 BTW auto
Een ondernemer verkoopt een bestelauto inclusief BTW voor
€ 18.150,-. De ondernemer heeft de bestelauto destijds ingekocht voor € 14.520,-.
a) Hoeveel bedraagt de BTW in de verkoopprijs?
b) Hoeveel bedraagt de BTW in inkoopprijs?
c) Hoeveel brutowinst wordt er op deze auto gemaakt?
d) Hoeveel moet de ondernemer af dragen aan de belastingdienst?
a) € 18.150 : 121 x 21 = € 3.150,-
b) € 14.520 - 121 x 21 = € 2.520,-
c) nettoverkoopprijs: € 15.000,-
inkoopprijs: € 12.000,-
brutowinst: € 3.000,-
d) Te betalen BTW: € 3.150,-
Te vorderen BTW: € 2.520,- -
Af te dragen BTW: € 630,-
Slide 12 - Slide
Marge auto
Een niet -zakelijke klant koopt een auto in de margeregeling.
We noemen dit een marge auto.
Hij of zij koopt de auto inclusief BTW want een niet-zakelijke (particuliere) klant kan geen BTW terug krijgen. Als hij of zij deze auto later weer verkoopt of inruilt dan blijft dit een marge auto.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld marge auto
Een marge auto wordt verkocht voor € 10.000,- Deze auto is ingekocht voor € 9.000,- De klant is particulier.
a) Hoeveel bedraagt de brutowinst?
b) Hoeveel BTW moet de autozaak afdragen?
c) Hoeveel bedraagt zijn brutowinst na de BTW?
a) Deze berekening is niet zo moeilijk. De brutowinst is € 10.000 - € 9.000 = € 1.000,-
b) De brutowinst is in het geval van een marge auto altijd inclusief BTW. Deze € 1.000,- staat dus gelijk aan 121%. De berekening is dan als volgt:
€ 1.000 : 121 x 21 = € 173,55
De ondernemer moet dus over deze verkoop
€ 173,55 aan BTW af dragen.
c) € 1.000,- - € 173,55 = € 826,45
Slide 14 - Slide
Marge auto
De BTW berekening van een marge auto gaat dus als volgt:
TeBetalenBTW=(121brutowinst)⋅21
Slide 15 - Slide
Een ondernemer koopt een nieuwe bestelauto bij een autozaak voor € 21.899,- inclusief BTW. De inkoopprijs van deze auto bedroeg € 15.000,-exclusief BTW. Hoeveel BTW moet de autodealer afdragen aan de belastingdienst voor deze verkoop?
Slide 16 - Open question
Een autodealer verkoopt een VW Polo aan een particuliere klant. De klant ruilt er een Opel Corsa op in en betaald € 3.000,- bij. Later wordt de Opel verkocht voor € 3.500,- . De inkoopprijs van de VW Polo was € 5.000,-.
Bereken de BTW afdracht.
Slide 17 - Open question
Aan de slag!
Maak de sommen over dit onderwerp. Je vindt ze in teams in het kanaal bedrijfeconomie AM /MM onder bestanden. Daarna kies je de map 'BTW en margeauto's'.