Biologie thema 4: H5

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5: Rijk van der dieren

Programma 

Doel: Je kunt het plantenrijk indelen in twee stammen en kan val elke stam het kenmerk benoemen. 

Programma: 

inchecken

Herhaling H4 

Uitleg H5

SO opgeven H 1-4

In welke twee stammen delen we het rijk van de planten in?

1. Zaadplanten en sporenplanten
2. Sporenplanten en schimmels
3. Zaadplanten en bloemen
4. Zaden en sporenplanten

Hoe ontstaan zaden bij de zaadplanten?

1. Door lief te doen tegen de plant
2. Door de bloemen
3. Door de lucht
4. Door de wortels

Hoe planten mossen zich voort?

1. Door de bloemen
2. Door de sporen die ontstaan in in de aarde
3. Door de sporen die ontstaan in sporendoosjes
4. Door de sporen die ontstaan in sporenhoopjes

Waar herken je een cel van een plant aan?

1. Bladgroenkorrels
2. Celkern
3. Celwand
4. Bladgroenkorrels, celkern en celwand

Hoe herken je een dierlijke cel ?

1. geen celwand
2. wel celwand
3. Celkern

Een bacterie

1. bestaat uit een bacteriekolonie
2. bestaat uit een klein groepje cellen
3. bestaat uit 1 cel
4. is geen cel

Welke functie hebben bacteriën in jouw lichaam?

1. Er zitten geen bacteriën in mijn lichaam
2. Ze zorgen dat je ziek wordt.
3. Ze beschermen je tegen schadelijke bacteriën
4. Ze zorgen dat je voedsel goed verteert wordt.

In welke twee stammen worden planten ingedeeld?

1. Zaadplanten, sporenplanten en bloemen
2. Zaadplanten en schimmels
3. Zaadplanten en sporenplanten
4. Bloemen en schimmels

Nakijken huiswerk 

Wat ging goed? 

Wat was lastig? 

Aantekeningen 

Dierlijke cel:                           geen bladgroenkorrels en celwand, wel celkern. 

Indeling dierenrijk:            op kenmerken symmetrie en skelet 

Symmetrie:                            spiegelbeeld, twee gelijke helften. 

Tweezijdig symmetrisch: één manier in twee ongeveer gelijke helften. (kever) 

Veelzijdig symmetrisch:   meerder manieren in twee ongeveer gelijke helften (zeester) 

Niet-symmetrisch:               geen gelijke verdeling mogelijk (spons) 

Aantekeningen 

Skelet:                                   geeft bescherming en stevigheid 

Uitwendig skelet:              lieveheersbeestje en mossel

Inwendig skelet:                spons, zeekat, mens

Geen skelet:                          kwal, zeeanemoon

Stammen van het dierenrijk: sponzen, neteldieren, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen,                                                                  gewervelden. 

Huiswerk

 Volgende week donderdag 18 maart: 
Lezen blz 175, 176 

Maken opdracht 24 en 25 in Malmberg. 

Morgen: SO H 1-4