Nakijken spelling H4

Weet je het nog?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Weet je het nog?

Slide 1 - Slide

Wat is een samenstelling
A
2 woorden, waar 1 woord van is gemaakt
B
Samen stellen ( een relatie hebben )
C
Weet ik niet
D
Een meervoudsvorm

Slide 2 - Quiz

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
apetrots

Slide 3 - Quiz

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 4 - Quiz

Wat is een samenstelling
A
weegschaal
B
loopt
C
school
D
het

Slide 5 - Quiz

Wat is een samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer
D
schermpjes

Slide 6 - Quiz

Wat is geen samenstelling
A
kansrijk
B
hoopvol
C
belangrijk
D
hopelijk

Slide 7 - Quiz

Nakijken spelling opdracht 2, 3, 4 en 5
1 lievelingszanger – kralenketting – peperduur
 reuzetrots – opgaveformulier – zonnebank
 spinnenweb – slagingspercentage
2 Bij opgaveformulier en peperduur.
3 Bij zonnebank en reuzetrots. Bij zonnebank schrijf je alleen een -e omdat er maar één zon is. Bij reuzetrots is het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord, dus schrijf je alleen een -e.

5 Bij lievelingszanger en slagingspercentage. Je schrijft een -s omdat je die hoort als je het woord uitspreekt.

Slide 8 - Slide

4 Bij kralenketting en spinnenweb. Het eerste deel heeft een meervoud op -en dus schrijf je -en in de samenstelling.
5 Bij lievelingszanger en slagingspercentage. Je schrijft een -s omdat je die hoort als je het woord uitspreekt.

Slide 9 - Slide

Opdracht 3
  • kapperszaak
  • vredessoldaat
  • rechtszaal
  • verkiezingsstrijd
  • koningszoon
  • liefdesscène

Slide 10 - Slide

Opdracht 4

a beide: de fiets en de scooter
b sommige: boeken
c enige: honden
d alle: winkels
Verschil? : In kolom 1 verwijzen de vetgedrukte woorden naar dingen en in kolom 2 naar mensen.



a beiden: Stefan en Guido
b sommigen: leerlingen
c enigen: kinderen
d allen: gezinnen

Slide 11 - Slide

Opdracht 5
  • 1 allen
  • 2 sommige
  • 3 laatsten
  • 4 Enkele
  • 5 sommige
  • 6 Enkele

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Huiswerk voor morgen
Maken 4.10 opdracht 1, 2, 3, 4 en 5

Slide 13 - Slide