What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Cursus 5 grammatica kader/mavo
Cursus 5
Grammatica
§ 1 online
1 / 51
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
51 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Cursus 5
Grammatica
§ 1 online
Slide 1 - Slide
Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
Lesboek Nieuw Nederlands
Leesboek
Laptop
Schrift
Pen
timer
2:00
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Lezen
Lesdoel
Uitleg
Oefenen
Zelfstandig werken
Huiswerk
Evaluatie les
Slide 3 - Slide
Lezen in stilte
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Lesdoel
herhaling klas 1
Grammatica
Cursus 5
les 1 (online)
lesdoel: herhaling leerjaar 1
Slide 5 - Slide
Herhaling klas 1
lidwoord
werkwoord
voorzetsel
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Slide
Lesson up
Start Lesson up op!
Slide 7 - Slide
Wat is een lidwoord?
Slide 8 - Mind map
Wat is een werkwoord?
Slide 9 - Mind map
Wat is een voorzetsel?
Slide 10 - Mind map
Wat is een zelfstandig
naamwoord?
Slide 11 - Mind map
Wat is een bijvoeglijk
naamwoord?
Slide 12 - Mind map
Online les maken
Cursus 5
les 1 (online)
lesdoel: herhaling leerjaar 1
opdracht 1-2-3-4-5-6
Klaar?
1. boekenlegger afmaken
2. lezen
Slide 13 - Slide
Evaluatie
Slide 14 - Slide
Cursus 5
Grammatica
§ 1 online
les 2
Slide 15 - Slide
Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
Lesboek Nieuw Nederlands
Leesboek
Laptop
Schrift
Pen
timer
2:00
Slide 16 - Slide
Wat gaan we doen?
lezen
huiswerk bespreken
lesdoel
instructie
oefenen
zelfstandig werken
huiswerk
evaluatie les
Slide 17 - Slide
Lezen in stilte
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Huiswerk bespreken
Lesdoel: herhaling klas 1
Je kunt een lidwoord, werkwoord, voorzetsel, zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord herkennen.
Cursus 5--> § 1 (online)
opdracht 1-2-3-4-5-6 moeten af zijn
Slide 19 - Slide
Lesdoel § 3
je kunt een voegwoord herkennen
Grammatica
Cursus 5
§ 3 Voegwoord herkennen
Slide 20 - Slide
Voegwoord
Een
voegwoord
plakt woorden of zinnen aan elkaar.
Wil je thee
of
koffie?
Wil je een glas cola
of
heb je liever een kopje thee?
Voegwoorden
zijn:
en, of, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, dus
Slide 21 - Slide
Let op!
Een voegwoord staat niet altijd in het midden van een zin.
Bijvoorbeeld:
Hoewel ik cola lekkerder vind, neem ik nu een kopje thee.
Slide 22 - Slide
Let op!!
Voor een voegwoord gebruik je een komma.
Bijvoorbeeld:
Ik neem een kopje thee
,
omdat
dat gezonder is.
Er zijn twee uitzonderingen!!
Je mag
geen
komma gebruiken bij de voegwoorden
en
&
of
.
Slide 23 - Slide
Instructiefilmpje NN
Slide 24 - Slide
Even oefenen
pak je laptop
start LessonUp op
voer de code in
voer je naam in met hoofdletter!
Slide 25 - Slide
Wat is een voegwoord?
Een voegwoord ...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.
Slide 26 - Quiz
Welk woord is geen voegwoord?
A
maar
B
en
C
of
D
over
Slide 27 - Quiz
Kies het juiste voegwoord.
Ik doe er niet aan mee, ........ ik het zaakje niet vertrouw.
A
want
B
maar
C
omdat
D
tenzij
Slide 28 - Quiz
Wat is hier het voegwoord: Ik luister naar muziek, terwijl ik de afwas doe.
A
ik
B
doe
C
terwijl
D
naar
Slide 29 - Quiz
Wat is het voegwoord?
Ik ben ziek en daarom blijf ik thuis
A
ben
B
en
C
daarom
D
blijf
Slide 30 - Quiz
Wat is GEEN voegwoord?
A
als
B
soms
C
want
D
omdat
Slide 31 - Quiz
Wat is het voegwoord in de zin: Ik kon je niet appen, want mijn batterij was leeg.
A
appen
B
want
C
ik
D
leeg
Slide 32 - Quiz
Welk voegwoord moet op de puntjes?
Ik heb een nieuwe auto ... ik heb een nieuwe fiets.
A
omdat
B
want
C
en
D
daarom
Slide 33 - Quiz
Wat is het voegwoord?
Wil je een appel of een peer?
A
een
B
wil
C
of
D
je
Slide 34 - Quiz
bij welk voegwoord mag je geen komma zetten
A
waarom
B
terwijl
C
behalve
D
of
Slide 35 - Quiz
Wat is het voegwoord?
Hoewel ik ziek was, ben ik toch naar buiten gegaan
A
Hoewel
B
was
C
ben
D
gegaan
Slide 36 - Quiz
Wat is het voegwoord in de volgende zin: Toen ik vertrok, was er niemand meer thuis.
A
toen
B
was
Slide 37 - Quiz
Boek Nieuw Nederlands
Pak je boek en ga naar blz. 206-207
Pak je schrift
Pak een pen/potlood/marker.
Slide 38 - Slide
Samen
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Zelfstandig werken
Maak:
Cursus 5
§ 3 opdracht 2-4-5
Heb je een vraag?
Steek je vinger op!
Ben je klaar?
1. Maak je boekenlegger af
2. Lezen
timer
5:00
Slide 46 - Slide
Huiswerk
Datum:
Vrijdag 15 september
Maken:
Cursus 5
§ 3 voegwoord
opdracht 3-4-5
Slide 47 - Slide
Lesdoelen
Ik kan voegwoorden herkennen
Slide 48 - Slide
Evaluatie
Wat heb je geleerd deze les?
Wat ging er goed?
Wat kan beter?
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
Slide 51 - Slide
More lessons like this
C5 § 3 voegwoord herkennen les 1 2kgt
September 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
C5 § 3 voegwoord herkennen les 1 2kgt
September 2023
- Lesson with
32 slides
Basis Cursus 5 Grammatica, les 2, 3, 4, 5 en 6
September 2023
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
C5 § 3 voegwoord herkennen les 2 2kgt
September 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
C5 § 1 herhaling leerjaar 1 voor 2 Basis
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
C5 § 1 herhaling klas 1 voor 2kgt
September 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
C5 les 6 §5 Voegwoord les 2 2bk
September 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
C5 les 2 § 1 herhaling klas 1 voor 2bk
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2