This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
6.1 Spanningsbronnen
Leerdoelen:
- Elektrische energie
-Spanningsbronnen herkennen
-Spanning meten
- Baterijen schakelen
Slide 1 - Slide
Het leven zonder elektrische
energie is saai
Slide 2 - Slide
Spanningsbronnen
- Elektriciteit wordt geleverd door een spanningsbron.
Slide 3 - Slide
Spanningsbronnen
schrijf in tweetalen:
wat weet je al?
Wat is een spanningsbron?
Welke spanning hebben ze?
Chemische spanningsbronnen?
Slide 4 - Slide
Spanningsbronnen
Heb je deze antwoorden ook?
Een spanningsbron levert de elektrische
energie die nodig is.
De spanning meet je met een spanningsmeter (voltmeter).
De eenheid van spanning is volt (V). met grootte letter
Elke spanningsbron heeft zijn eigen spanning
Slide 5 - Slide
Spanningsbronnen
Polen
hoeveel polen heeft een spanningsbron?
Slide 6 - Slide
V - VOLT
Slide 7 - Slide
VOLT
Slide 8 - Slide
1 kV = 1000 V 1mV = 0,001 V
k - kilo
m - milli
Slide 9 - Slide
Batterijen serie schakelen
1
2
3
4
5
6
Wat valt je op?
Slide 10 - Slide
Spanning meten
Voltmeter
Meetbereik
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Het serie schakelen van batterijen uit paragraaf 1
Slide 13 - Slide
Schakelen van batterijen
Slide 14 - Slide
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Als je meerdere batterijen in serie schakelt mag je ze bij elkaar optellen.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
§6.1 Spanningsbronnen
Chemische bronnen: gebaseerd op een chemische reactie.
De minpool levert elektronen en de pluspool neemt elektronen op, via een stroomdraad buiten de bron. Zijn de beginstoffen op, dan stopt de reactie.
Slide 17 - Slide
Je weet voor welke spanning de meeste apparaten zijn ontworpen en wat je nodig hebt om apparaten die op een lagere spanning werken op een stopcontact te kunnen aansluiten.
Veilige en onveilige spanningen
De netspanning is in Nederland 230 V. Dit is de spanning die op de stopcontacten staat
De spanning die een batterij levert, is veel lager dan 230 V.
Zo’n lage spanning is niet gevaarlijk.
Als veilige grens wordt vaak 24 V genomen
Veel apparaten werken op een lagere spanning dan 230 V.
Om ze toch op het stopcontact te kunnen aansluiten, heb je een transformator nodig.