4Latijn Atalanta

1 / 12
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Laatste twee weken van dit blok:

  1. Morgen: laatste zegswijzen
  2. Woensdag: S.O. woorden cap. XXVIII en naamvallen
  3. Donderdag: inleveren P.O. KCV
  4. Volgende week maandag?: herkansen S.O. cap. XXVII

Slide 2 - Slide

In deze les...
1. Bespreken tekst Atalanta
2. Oefeningen tekst Atalanta

Slide 3 - Slide

r.84-85
Hippomenes eam praeteriit; at illa post brevem moram iterum puerum post terga reliquit.

________________________________; maar zij liet na de korte aarzeling de jongen opnieuw achter zich.

Slide 4 - Slide

r.86-88
Qui rursus malum iecit; puella autem, ut illud tolleret iterum brevi constitit; continuo vero Hippomenen consecuta est.

Hij gooide opnieuw een appel; maar het meisje, om _________________________________; maar meteen haalde ze Hippomenes (weer) in.

Slide 5 - Slide

r.89-90
Postrema cursus pars restabat; Hippomenes "Nunc" ait "adiuva me, O Venus, quae haec mihi dona dedisti!" et tertium iecit malum.

Het laatste deel van de race bleef over; Hippomenes zei "_______________________________________" en gooide de derde appel.

Slide 6 - Slide

r.91-92
Puella dubitare visa est; at postea constitit malum capiendi causa:

Het meisje scheen te twijfelen; maar tenslotte _________________________________.

Slide 7 - Slide

r.92-93
Hippomenes ad metam cucurrit, quam primus consecutus est.

Hippomenes rende ______________________________________ voorbij is gegaan.

Slide 8 - Slide

r.93-94
Victor non modo vitam servavit, sed etiam Atalantam uxorem ducere potuit.
De winnaar heeft niet alleen ___________________, maar ook _______________________.

Slide 9 - Slide

abl: met/door/in/op/uit/vanaf
abl: na voorzetsel 
abl: de maat van de vergelijking/mensurae 
abl: onderwerp in abl. abs.
abl: 'dan' = ablativus comparationis
gen: van (possessivus)
gen: voor/op/naar (obiectivus) 
acc: temporis ('gedurende')
gen: partitivus = deel van het geheel
dat: meew. voorwerp (aan/voor)
dat: possessivus
acc: ow. in a.c.i.
acc: na voorzetsel
acc: lijdend voorwerp
sagitta (43)
corona (51)
adulescente (58)
se (47)
mortis (52)
me (60)

Slide 10 - Drag question

De rennende mannen
Venus
Atalanta
Hippomenes
quae (57)
me (60)
dicentem (57)
eum (60)
cuius (64)
eius (50)
se (66)
ei (67)
me (71)
tu (71)
eius (72)
eam (75)
cui (75)
tibi (78)
eam (85)
quae (90)

Slide 11 - Drag question

abl: met/door/in/op/uit/vanaf
abl: na voorzetsel 
abl: de maat van de vergelijking/mensurae 
abl: onderwerp in abl. abs.
abl: 'dan' = ablativus comparationis
gen: van (possessivus)
gen: voor/op/naar (obiectivus) 
acc: temporis ('gedurende')
gen: partitivus = deel van het geheel
dat: meew. voorwerp (aan/voor)
dat: possessivus
acc: ow. in a.c.i.
acc: na voorzetsel
acc: lijdend voorwerp
vita (64)
amoris (70)
viris (63)
se (66)
moram (84)
vitae (60)

Slide 12 - Drag question