Spijsvertering

Welkom!
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Spijsverteringstelsel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je benoemt welke organen er deel uitmaken van het spijsverteringskanaal
  • Je beschrijft de functie van de mond, keelholte, de slokdarm, de maag en de dunne en dikke darm
  • Je beschrijft de functie van de alvleesklier, de lever en de galwegen.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over spijsvertering?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

 Hoe goed kennen jullie het spijsverteringsstelsel?
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Blinde darm

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is spijsvertering?
  •  Gaat om basis behoeften -> eten en drinken
  •  Spijs = voedsel
  •  Spijsvertering = voedsel vertering in het lichaam
  •  Spijsverteringskanaal; Mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm (dit zijn de spijsverteringsorganen)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Functies spijsvertering
  • Voedsel opnemen (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mond
  • Kauwen
  • Speeksel
  • Huig
  • Strottenhoofd
  • Strottenklepje

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slokdarm
  • Spieren die samentrekken en ontspannen -> peristaltiek
  • Zorgt voor voedseltransport
  • Verbinding tussen mond en maag

  • Enige functie: Vervoer van voedsel van mond naar maag

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Dit deel verbindt de mond met de slokdarm
Hierin wordt voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt verder gekneed en fijn gemaakt
Dit deel is vele meters lang
Dit deel vervoert voedsel verder het spijsverteringskanaal in
Klieren in de wand vormen slijmstoffen en glijstoffen
Met dit deel kun je genieten van je eten

Keelholte

Maag

Dunne darm

Slokdarm

Dikke darm

Mondholte

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Maag
  • Elastische gespierde zak
  • Kan uitzetten en krimpen
  • Bewaren voedsel totdat het naar de darmen kan

Functies:
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel
  • Afbreken van eiwitten en vetten
  • Doden van bacteriën

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat doet de maag met het voedsel
A
Tijdelijke opslag
B
Kneden en mengen met maagzuur
C
Vervoeren naar twaalfvingerigedarm
D
Alle drie de opties

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Twaalfvingerige darm

  • Bovenste gedeelte van de dunne darm
  • Even lang als 12 vingers (+/- 30 cm)
  •  Voedsel wordt verder verteerd
+ sap uit alvleesklier
+ galsap uit de leven

  • Galsap verdeelt vet in kleine druppeltjes
  • Na inwerking van de sappen is het voedsel verdeeld in de kleinst mogelijke deeltjes. Dit is nodig voor opnamen in het bloed.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de Twaalfvingerige darm?
A
Verplaatst voedsel naar de dikke darm
B
Verplaatst het voedsel naar de dunne darm
C
Door krachtige spieren wordt het eten vermalen
D
Door gal en alvleeskliersap wordt voedsel verteerd

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Welk orgaan komt er na de twaalfvingerige darm?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Na de twaalfvingerige darm komt de......
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Endeldarm

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarom heet de twaalfvingerige darm zo?
A
Omdat hij twaalf bochten maakt
B
Omdat hij zo breed is als twaalf vingerbreedtes
C
Omdat hij twaalf aftakkingen heeft
D
Omdat hij tien aftakkingen heeft, maar vroeger dachten ze dat het er twaalf waren

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Dunne en dikke darm

Dunne darm:
  • Kan tot wel 5 tot 6 meter lang zijn
  • Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies)
  • In elke darmvlok zit een bloedvat (haarvat) deze nemen de voedingsstoffen op
  • De voedingsstoffen gaan via het bloed van de dunne darm -> poortader -> lever

Dikke darm:
  • Ongeveer 1,5 meter lang
  • Bestaat uit blinde darm, dikke darm, endeldarm
  • Veel bacteriën (Darmflora) -> belangrijk bij afbreekproces schadelijke bacteriën
  • Laatste voedingsstoffen worden opgenomen
  • Er wordt veel vocht onttrokken, dus de voedselbrij wordt dikker
  • Er wordt slijm toegevoegd
  • Overgebleven voedselbrij wordt naar de endeldarm vervoerd (met aan het einde de anus

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
De dunne darm neemt voedingsstoffen op, zodat je energie hebt en alles kan doen.
B
De dunne darm neemt zouten en water op
C
De dunne darm verplaatst het voedsel naar de endeldarm
D
In de dunne darm worden verteringssappen toegevoegd

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de dunne darm
A
Afval stoffen toevoegen
B
Voedingsstoffen opnemen
C
Slechte stoffen opnemen
D
Onttrekken van water

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De dunne darm bestaat uit?
A
Twaalfvingerige darm, dunne darm en endeldarm
B
Twaalfvingerige darm, appendix en endeldarm
C
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm en kronkeldarm
D
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm en endeldarm

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In de dikke darm wordt...
A
Voedingsstoffen uit de darm gehaald.
B
Gal toegevoegd aan de voedselbrij
C
Alles opgeslagen als poep
D
Water uit de voedselbrij gehaald

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

In de dikke darm wordt...
A
Water uit de voedselbrij gehaald
B
Eiwitten uit de voedselbrij gehaald
C
Koolhydraten uit de voedselbrij gehaald
D
Vitaminen uit de voedselbrij gehaald

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

een andere benaming voor dikke darm is
A
jejunum
B
colon
C
duodenum
D
ileum

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat stimuleert de afbraak van het voedsel in de twaalfvingerige darm?
A
Verteringssappen
B
Enzymen
C
Maagsappen
D
Vruchtensappen

Slide 27 - Quiz

Verteringssappen
Gal uit de galblaas
Alvleessap uit de alvleesklier
Endeldarm en anus
  • Verzamelplaats voor ontlasting
  • Spieren worden in reflex samengetrokken (ontlasting verlaat lichaam via anus)
  • Anus wordt afgesloten met kringspier

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Na de endeldarm komt het voedsel in de
A
maag
B
dikke darm
C
anus
D
dunne darm

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welk nummer is de endeldarm?
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de endeldarm?
A
De endeldarm neemt energie op uit de voedselbrij
B
De endeldarm haalt de laatste voedingsstoffen uit de voedselbrij
C
De endeldarm slaat de dikke overgebleven brij op (poep)
D
De endeldarm verplaatst het voedsel naar de finisdarm

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de functies van de organen uit het spijsverteringsstelsel?
Mond
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
opname van voedingsstoffen
afvoeren van voedingsresten
vervoeren
opname van water en zouten
verteren
kauwen

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Welk orgaan hoort wel in het spijsverteringsstelsel en niet in het kanaal?
A
Lever
B
Longen
C
Milt
D
Alvleesklier

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Lever
  • Hoort niet bij het spijsverteringskanaal !
  • Heeft wel een belangrijke rol bij de spijsvertering, dus hoort wel bij het spijsverteringsstelsel
  • Bestaat uit 1 rechterkwab en 1 linkerkwab, allemaal kleine leverkwabjes met daarin levercellen
  • Functioneert als een chemische fabriek
  • Neemt voedingsstoffen uit het bloed op, geven stoffen af
  • Opslagplaats voor energie, vitaminen, vetten, eiwitten en metalen.
  • Geeft suiker af aan het bloed als het lichaam het nodig heeft
  • Vormt gal. Galvloeistof helpt bij het oplossen van vetten. Gal wordt in de galblaas opgeslagen.
  • Zet eiwitten om in bruikbare eiwitten voor afweer van het lichaam en bloedstolling
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk. Zet schadelijke stoffen om in minder schadelijke stoffen. (medicijnen, alcohol, drugs)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier
  • Hoort ook niet bij het spijsverteringskanaal!
  • Scheidt alvleeskliersap af om eiwitten, vetten en zetmeel te verteren & schakelt zuur van de maag uit
  • Scheidt hormonen insuline en glucagon af. Regelen bloedsuikerspiegel in lichaam.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Even terug kijken
  • Je benoemt welke organen er deel uitmaken van het spijsverteringskanaal
  • Je beschrijft de functie van de mond, keelholte, de slokdarm, de maag en de dunne en dikke darm
  • Je beschrijft de functie van de alvleesklier, de lever en de galwegen.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat is gezonde voeding?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Schijf van 5
  • Groente en fruit
  • Smeer- en bereidingsvetten
  • Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
  • Brood, graanproducten en aardappelen
  • Dranken

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de ongezonde vetten?
A
Verzadigd vet
B
onverzadigd vet

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn koolhydraten?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Wat moet je als zorgverlener allemaal observeren bij je zorgvrager?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Welke medische diëten ken je?

Slide 44 - Mind map

This item has no instructions

Soorten diëten
  • Cholesterol verlagend dieet
  • energieverrijkt dieet
  • energiearm dieet
  • eiwit verrijkt dieet
  • eiwit beperkt dieet
  • voedingsvezel verrijkt dieet
  • diabetes mellitus dieet
  • natriumbeperkt dieet

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen voedselallergie en voedselintolerantie

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

Noem aandachtspunten wanneer je een zorgvrager helpt bij de maaltijd

Slide 47 - Open question

This item has no instructions