Making Conversation les 3 - Theory and planning a meeting

Welkom beste studenten

For today:
- Question time
- Beleefdheidsvormen.
- Making questions with "to do"
- Planning a meeting

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom beste studenten

For today:
- Question time
- Beleefdheidsvormen.
- Making questions with "to do"
- Planning a meeting

Slide 1 - Slide

Making conversation les 3 - Theory and planning a meeting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Polite forms
Beleefde vormen bij spreken, gesprekken voeren en schrijven.
Voor het gebruik van beleefde vormen gebruik je altijd modal verbs (hulpwerkwoorden)

can-could/ will-would/ shall - should/ may-might/ must- ought to/ have to/ be able to

Slide 4 - Slide

Vraag beleefd:
..... you repeat that please?
A
could
B
can

Slide 5 - Quiz

What do we use when we want to be polite (beleefd)?
_________ you tell me the way please?
A
Can
B
Could

Slide 6 - Quiz

Wat is de goede manier om een glas water te vragen?
A
Is it okay if I ask for a glass of water?
B
Give me some water, please.
C
I'm thirsty, do you mind bringing me a glass of water?
D
Could you please bring me a glass of water?

Slide 7 - Quiz

Door familieomstandigheden wil je wat eerder weg van je werk. Wat is een beleefde manier om dit te doen?
A
I'm going to leave work early today. That's fine, right?
B
Would it be possible to leave work early today?
C
I'm out, see ya later.

Slide 8 - Quiz

Door familieomstandigheden wil je wat eerder weg van je werk. Wat is een beleefde manier om dit te doen?
A
I'm going to leave work early today. That's fine, right?
B
Would it be possible to leave work early today?
C
I'm out, see ya later.

Slide 9 - Quiz

Je gaat een salade bestellen. Wat zijn beleefde manieren om dit te doen?
A
I really want a salad!
B
I would like to order a salad, please.
C
I'd like to have a salad.
D
Bring me a slad immediately, please.

Slide 10 - Quiz

What do we use when we want to say "kunnen"?
I ________ sing very beautiful.
A
Can
B
Could

Slide 11 - Quiz

Fill in the gap:
She _______ play the piano very well when she was young.
A
can
B
can't
C
could

Slide 12 - Quiz

MAKING QUESTIONS

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Maak vragend:
A tiger eats meat

Slide 17 - Open question

Maak vragend:
They love eating pancakes.

Slide 18 - Open question

Maak ontkennend:
They play football

Slide 19 - Open question

This is a question. (maak vragend)

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Maak vragend:
He did his homework yesterday.

Slide 22 - Open question

Maak ontkennend:
I saw the movie

Slide 23 - Open question

Planning a meeting
Doel: een vergadering houden in het Engels van minimaal 6 minuten naar aanleiding van een casus. 
Hoe? Werken in groepjes van 4 / 5 personen.
Wanneer? De vergadering wordt gehouden in de week van 5 juni t/m 9 juni en  in de week van 12 juni t/m 16 juni
De toets is in de week van 19 t/m 23 juni.
Deze opdracht telt 3x mee.


Slide 24 - Slide

Inhoud opdracht
De casus is het plannen van een trip / activiteit  met een budget. Elke groep krijgt een verschillende opdracht.
Casus 1: Het plannen van een schoolreis naar het buitenland
Casus 2: Het plannen van een roadtrip.
Casus 3: Het plannen van een groepskamp.
Casus 4: Het plannen van een schoolfeest.
Casus 5: Het plannen van een sportevenement voor jouw sportclub.

Slide 25 - Slide

Verplichte onderdelen
- a convocation / an invitation for the meeting;
- a meeting agenda;
- a list of the members and their tasks (chairman, note taker, etc.)
- the meeting itself;
- a presentation of all your findings / data on paper.

Slide 26 - Slide

Onderdelen vergader agenda
AGENDA
1. Opening (opening)
2. Announcements (mededelingen)
3. Content-related agenda items (inhoudelijke agenda punten)
a) Date and time 
b) Destination (country and hotel)
c) Activities
d) Food and drinks
e) Budget
f) Task division (taak verdeling)
g) Inform participants (informeren  deelnemers)
4. What else may come to the table / any other business (w.v.t.t.k,)
5. Questions (vragen)
6. Closing (afsluiting)

Slide 27 - Slide

Waar kan je aan gaan werken?
- Informatie uitzoeken betreffende de casus.
- Maak een uitnodiging (invitation)
- Maak een takenlijst
- Werk de vergaderagenda alvast uit.

Slide 28 - Slide

Work on homework at home

Maak in GPS van de vaardigheid Making Conversation:
A1 Making Conversation: Doing Business (2)
A1 Doing Business (2): Grammar
A1 Doing Business (2): Vocab
of
A2 Making Conversation: Smal Talk (1)
A2 Small Talk (1): Grammar
A2 Small Talk (1) : Vocab

Slide 29 - Slide