Opdrachten blz 201 Zorg dat je
11 bloemen maakt
1 bloem: 1,2,3
2 bloemen:,4,5,6,7,8
3 bloemen :
Soort: organismen behoren tot één soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Ras: een ras is een groep organismen binnen één soort met afwijkende erfelijke eigenschappen. Rassen ontstaan kunstmatig door kweken en fokken.
Evolutie: levensvormen op aarde zijn in de loop van een lange tijd ontstaan en veranderd.
Evolutietheorie: een theorie waarbij veranderingen in genotype, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten wordt verklaard.
Geslachtelijke voortplanting: nieuwe genotypen.
Mutaties: kunnen optreden bij individuen. Kunnen doorgegeven worden.
Overlevingskans: hoe groot de kans is dat een dier overleeft, verschilt per organisme.
Natuurlijke selectie: de organismen met de grootste overlevingskans blijven leven en planten zich verder voort.
Aanpassingen aan het milieu: dieren passen zich aan, aan de omgeving. Bijvoorbeeld temperatuur (dikke vacht), of schutkleur.
Geëvolueerd: de oorspronkelijke vorm is uitgestorven, de nieuwe soort is gevormd. Bijvoorbeeld nieuwe kleur vis.
Geïsoleerd: doormiddel van een afscheiding in het gebied, is er een nieuwe soort ontstaan.