Samenvatting quiz

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Samenvatting quiz H2

SUCCES!

Dit gedeelte van de aarde bestaat uit vast gesteente.

1. Aardkern
2. Aardmantel
3. Aardkorst

Om welke soort vulkaan gaat deze omschrijving:

Ook wel een kegelvulkaan genoemd, de magma is dik en stroperig, hierdoor is de vulkaan explosief.

1. Stratovulkaan
2. Schildvulkaan
3. Hotspotvulkaan

HV Welke soort vulkaan behoort
deze eilandengroep toe:

1. Stratovulkaan
2. Schildvulkaan
3. Hotspotvulkaan

Welke soort vulkaan zie je hier?

1. Stratovulkaan
2. Schildvulkaan

Wat zie je op de foto?
(Meerde antwoorden zijn goed)

1. Magma
2. Stratovulkaan
3. Krater
4. Lava

Welke kenmerken gaan over de oceanische korst?

1. Dik en licht
2. Dik en zwaar
3. Dun en licht
4. Dun en zwaar

Wat kan er ontstaan als twee continentale platen tegen elkaar aan botsen?

1. Mid-oceanische rug
2. De Alpen
3. Trog
4. Subductiezone

Dit gedeelte van de aarde bestaat uit ijzer.

1. Aardkern
2. Aardmantel
3. Aardkorst

Dit gedeelte is de buitenste laag van de aarde.

1. Aardkern
2. Aardmantel
3. Aardkorst

Bij deze breuk kan magma vrij omhoog vloeien.

1. Divergente breuk
2. Convergente breuk
3. Transforme breuk

Bij deze breuk duikt de zwaardere plaat onder de lichtere plaat.

1. Divergente breuk
2. Convergente breuk
3. Transforme breuk

Bij deze breuk ontstaan (heftige) aardbevingen.

1. Divergente breuk
2. Convergente breuk
3. Transforme breuk

Bij deze breuk bewegen de platen naar elkaar toe.

1. Divergente breuk
2. Convergente breuk
3. Transforme breuk

HV Bij een hotspot is de jongste vulkaan het meest actief.

1. Waar
2. Niet waar

HV Wat kan er ontstaan als twee oceanische platen van elkaar af bewegen?

1. Mid-oceanische rug
2. De Alpen
3. Trog
4. Subductiezone

HV
Hoe heet het onderdeel
bij het rode sterretje?

1. Mid-oceanische rug
2. Stratovulkaan
3. Trog
4. Subductie

Welk antwoord over de pyroclastische stroom klopt niet?

1. De stroom bestaat uit lava, gas, as en vulkanische bommen
2. Een pyroclastische stroom kan meer dan 700 km/uur bereiken
3. De stroom ontstaat bij een vulkaanuitbarsting
4. De stroom kan meer dan 1000 graden heet zijn.

MH Hoeveel keer sterker is een aardbeving van 4 vergeleken met 2 op de schaal van Richter?

1. 2x zo sterk
2. 20x zo sterk
3. 100x zo sterk
4. 1000x zo sterk

MH Wat is geen oorzaak voor een aardbeving?

1. Divergent bewegende platen
2. Gaswinning
3. Oliewinning
4. Een Tsunami

Wat voor soort vulkaan is de Vesuvius?

1. een stratovulkaan
2. een schildvulkaan
3. een hotspotvulkaan
4. een effusieve vulkaan

Welk gedeelte van Italië is welvarender?

1. Noord
2. Zuid

Van welke soort plaatbeweging is er sprake aan de oostkant van Italië?

1. Convergente beweging
2. Divergente Beweging
3. Transversale beweging

Wat voor verwering
zie je hier?

1. Biologische verwering
2. Chemische verwering
3. Fysische verwering

Wat voor verwering
zie je hier?

1. Biologische verwering
2. Chemische verwering
3. Fysische verwering

Is hier sprake van
verwering of
erosie?

1. Verwering
2. Erosie

Wat past bij de foto?

1. chemische verwering
2. biologische verwering
3. erosie
4. afzetting

Welk woord past het beste
bij de foto?

1. verwering
2. transport
3. erosie
4. afzetting

Wat voor verwering
zie je hier?

1. Biologische verwering
2. Chemische verwering
3. Fysische verwering

Wat voor verwering
zie je hier?

1. Biologische verwering
2. Chemische verwering
3. Fysische verwering

Welk woord past het beste
bij de foto?

1. verwering
2. transport
3. erosie
4. afzetting

Wat voor soort
landschap zie
je hier?

1. Zeekleilandschap
2. Zandlandschap
3. Rivierlandschap
4. Cultuurlandschap

Hier vind je afzettingen van rivieren en van de zee.

1. Hoog NL
2. Laag NL

Welke grondsoort is het meest geschikt voor landbouw?

1. Zand
2. Löss
3. Klei
4. Veen

combineert eigenschappen van klei en zand

Wat zijn de 6 hoofdlandschappen in Nederland?

Wat voor soort landschap
zie je hier?

1. Zandlandschap
2. Veenlandschap
3. Duinlandschap
4. Cultuurlandschap

veluwe

Isolijnen kunnen elkaar kruisen.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe dichter de lijnen bij elkaar liggen des te steiler het is.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe dichter de lijnen bij elkaar liggen des te harder het waait.

1. Waar
2. Niet waar