Oefenvragen MASK

Criminaliteit zorgt voor schade aan bijvoorbeeld bedrijven dus heeft het:
A
immateriële gevolgen
B
Materiële gevolgen
1 / 42
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Criminaliteit zorgt voor schade aan bijvoorbeeld bedrijven dus heeft het:
A
immateriële gevolgen
B
Materiële gevolgen

Slide 1 - Quiz

Criminaliteit zorgt voor gevoelens van angst en daarom heeft het:
A
immateriële gevolgen
B
Materiële gevolgen

Slide 2 - Quiz

Een juwelier is overvallen. De display cases zijn kapot en bijna alle juwelen zijn meegenomen.
A
Materiële schade
B
Immateriële schade

Slide 3 - Quiz

Drugshandel is een.
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 4 - Quiz

Kun je voor het overtreden van een ongeschreven regel een boete krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Spanning, geringe pakkans en groepsgedrag zijn oorzaken van een bepaalde vorm van criminaliteit.

Welke vorm van criminaliteit is dat?
A
internationale vrouwenhandel
B
ontvoeringen
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware georganiseerde misdaad

Slide 6 - Quiz

Oorzaken crimineel gedrag
Opvoeding
Spanning, avontuur,
Groepsdruk
Weinig sociale controle
Lage pakkans
Normvervaging

Slide 7 - Slide

Wat is een rechtstaat?
A
Een land waarin de rechters de macht hebben
B
Een land waarin wetten gemaakt worden door rechters
C
Een land waarin burgers vrijheden hebben die door wetten bepaald zijn
D
Een land waarin je geen vrijheden hebt

Slide 8 - Quiz

Rechtsstaat
Nederland is een rechtsstaat


grondrechten
onafhankelijke rechters
overheid moet zich aan de wet houden.
Democratie

Slide 9 - Slide

Rechtsstaat
Je mag alleen voor iets gestraft worden wat in de wet staat.

Noodweer

Overmacht

Maximumstraf in het wetboek


Slide 10 - Slide

Je slaat een inbreker neer met een koekenpan
A
Noodweer
B
Overmacht

Slide 11 - Quiz

Geef nog een eigen voorbeeld van overmacht

Slide 12 - Open question

Als je in hoger beroep gaat ga je naar
A
het gerechtshof
B
de Hoge Raad
C
rechtbank

Slide 13 - Quiz

Wat betekent eigenrichting?
A
trauma's en angst
B
voor eigen rechter spelen
C
niemand houdt je in de gaten

Slide 14 - Quiz

Wat is een proces-verbaal
A
de uitspraak van de rechter
B
een verslag van de officier van justitie

Slide 15 - Quiz

De officier van justitie kan kiezen voor seponeren - schikken - vervolgen. Wat betekent seponeren?
A
een boete
B
naar de rechter
C
de zaak laten vallen

Slide 16 - Quiz

Wie spreekt de strafeis uit tijdens een rechtszaak?
A
advocaat
B
officier van justitie
C
rechter

Slide 17 - Quiz

Het laatste woord is voor de verdachte, daarna volgt het vonnis. Wat is dit?
A
uitspraak van de advocaat
B
uitspraak van de rechter
C
onderzoek van de officier

Slide 18 - Quiz

Benoem de drie hoofdstraffen

Slide 19 - Open question

Wat is het doel van TBS? Waarom wordt TBS opgelegd?

Slide 20 - Open question

Wat doet de reclassering?
A
Helpt slachtoffers
B
Helpt verdachten voor, tijdens en na de rechtszaak
C
Helpt de politie en advocaten

Slide 21 - Quiz

nog vragen ??

onderdeel criminaliteit + politiek


Slide 22 - Slide

In de gemeente heb je een college van .....
A
gemeenteraad
B
ministers
C
burgemeester en wethouders
D
koningen

Slide 23 - Quiz

Wat is een nadeel om lid te zijn van de Europese Unie?

Slide 24 - Open question

Iedere....... zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement
A
4
B
5
C
3
D
10

Slide 25 - Quiz

De burgemeester is ook de baas van de politie en
A
de ministers
B
de ziekenhuizen
C
de scholen
D
de brandweer

Slide 26 - Quiz

Wie moet een voorstel doen om klimaatverandering tegen te gaan?
A
Europese Commissie
B
Raad van ministers
C
Europees Parlement

Slide 27 - Quiz

een meerderheid in de..... wil vervuilende auto's uit de stad weren.
A
Gemeenteraad
B
Provinciale Staten
C
Tweede Kamer
D
Europese Commissie

Slide 28 - Quiz

dagelijks bestuur van de gemeente? Wie voeren de wetten uit?
A
gemeenteraad
B
burgemeester en wethouder
C
politie
D
Europees parlement

Slide 29 - Quiz

De EU bepaalt hoeveel belasting burgers in Nederland moeten betalen
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Er zijn verkiezingen in Europa. Waar stemmen wij op?
A
Raad van ministers
B
Europees Parlement
C
Europese Commissie

Slide 31 - Quiz

Er komen veel mensen uit Polen en Bulgarije. Wat is hiervan een voordeel en een nadeel?

Slide 32 - Open question

Wie is de voorzitter van het bestuur in de provincie?
A
burgemeester
B
commissaris van de koning
C
ministers
D
politie

Slide 33 - Quiz

publieke opinie =
A
mening van Geert Wilders
B
Mening van Mark Rutte
C
Mening van de meeste Nederlanders

Slide 34 - Quiz

Greenpeace blokkeert een schip met giftige stoffen. Alle kranten schrijven erover.
A
fase 1
B
fase 2
C
fase 3
D
fase 4

Slide 35 - Quiz

een minister laat uitrekenen wat de kosten zijn van een nieuwe snelweg
A
wens wordt politiek probleem
B
bedenken van oplossingen
C
besluit nemen
D
uitvoeren van besluit

Slide 36 - Quiz

Politieke problemen beginnen bij politici
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Lobbyen betekent:
A
stemmen
B
steun vragen in de politiek
C
handtekeningen actie

Slide 38 - Quiz

jij wilt de politiek beïnvloeden, hoe kun je dit doen? minstens 3 voorbeelden

Slide 39 - Open question

Een aantal mensen vertrouwen de politiek niet meer, is het invoeren van stemplicht een oplossing?

Slide 40 - Open question

Het dagelijks bestuur van de gemeente
A
gemeenteraad
B
college van B&W
C
Europese Unie
D
Raad van ministers

Slide 41 - Quiz

een meerderheid van de..... wil iets doen aan de veiligheid in de stad. ze stemmen hier maandag over
A
college van B&W
B
gemeenteraad
C
provinciale staten

Slide 42 - Quiz