In 9.2 leerde je werkwoorden die vaak in combinatie met het hele werkwoord worden gebruikt: werkwoorden waarmee je kunt zeggen hoe je iets doet(bijv. verplicht of vrijwillig).
Je noemt ze: Modale Werkwoorden
willen - kunnen - moeten - hoeven - mogen - gaan - komen - blijven
Slide 3 - Slide
Hij probeert (om) op tijd op het station te zijn
Vandaag leer je andere werkwoorden die ook in combinatie met het hele werkwoord worden gebruikt.
Bij deze werkwoorden moet je altijd te of
om ... te voor het hele werkwoord gebruiken.
Slide 4 - Slide
om ... te
Na de werkwoorden beloven, vergeten, vragen, proberen, besluiten, lukken en verbieden
gebruik je om ... te
Maar je mag om ook weglaten.
Je mag dus beide kiezen.
Slide 5 - Slide
alleen te
Na de werkwoorden durven, hoeven, hopen en blijken komt altijd alleen te.