Quiz Politiek H1 tot H5

Quiz Politiek 
H1 tot H5
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz Politiek 
H1 tot H5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions




'Ik ga tegen een maximum van migranten stemmen.'
Bij welke manier van invloed uitoefenen door een pressiegroep past dit?
'Ik ga tegen een maximum van migranten stemmen.' Bij welke manier van invloed uitoefenen door een pressiegroep past dit?
A
Lobbyen
B
Referendum
C
Adviesorgaan

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions




'Vluchtelingenwerk geeft aan dat een maximum migranten
invoeren voor problemen gaat zorgen.' Bij welke manier
van invloed uitoefenen door een pressiegroep past dit?
'Vluchtelingenwerk geeft aan dat een maximum migranten invoeren voor problemen gaat zorgen.' Bij welke manier van invloed uitoefenen door een pressiegroep past dit?
A
Lobbyen
B
Referendum
C
Adviesorgaan

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions




Het verzamelen van veel handtekeningen hoort bij:
Het verzamelen van veel handtekeningen hoort bij:
A
Organiseren actie
B
Indienen van een klacht bij de gemeente
C
Petitie
D
Politieke partij oprichten

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar horen de mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de politiek bij? Sleep ze naar burger of pressiegroep. 
Petitie
Referendum
Klacht bij de gemeente
Media
Advies
Burger
Pressiegroep

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions




Wie heeft er meer macht om de alcoholgrens te verlagen?
Wie heeft er meer macht om de alcoholgrens te verlagen?
A
Jij alleen
B
100.000 handtekeningen van scholieren

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een voordeel dat mensen voor zichzelf of hun groep willen
Iets dat mensen belangrijk vinden voor veel mensen
Belang
Waarde

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

socialisme
liberalisme
sociaaldemocratie
conservatisme
christendemocratie
Links
Midden
Rechts

Slide 8 - Drag question




'Ik vind dat mensen minder vlees moeten eten.'
Bij welke stroming past deze uitspraak?
'Ik vind dat mensen minder vlees moeten eten.'
Bij welke stroming past deze uitspraak?
A
Ecologische stroming
B
Nationalistische stroming
C
Socialisme
D
Liberalisme

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions




'Ik wil dat er niet op zondag gewinkeld kan worden.'
Bij welke stroming past deze uitspraak?
'Ik wil dat er niet op zondag gewinkeld kan worden'
Bij welke stroming past deze uitspraak?
A
Liberalisme
B
Nationalistische stroming
C
Conservatieve stroming
D
Ecologische stroming

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Peter wilt lijsttrekker worden van het CDA. Van welk soort kiesrecht wilt hij gebruik maken als lijsttrekker?
Peter wilt lijsttrekker worden van het CDA. Van welk soort kiesrecht wilt hij gebruik maken als lijsttrekker?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Welke partij of partijen hebben gelijkheid als waarde?
Welke partij of partijen hebben gelijkheid als waarde?
A
Bij1
B
PvdD (Partij voor de Dieren)
C
SP (Socialistische Partij)
D
GroenLinks

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke partij zet zich het meest in voor de recht van ouderen?
Welke partij zet zich het meest in voor de recht van ouderen?
A
DENK
B
PvdD
C
GroenLinks
D
50+

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke partij vindt naastenliefde het meest belangrijk?
Welke partij vindt naastenliefde het meest belangrijk?
A
SP
B
CDA
C
ChristenUnie
D
D66

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Ruben vindt dat alle mensen gelijk moet worden behandeld en dat de zwakkeren in de samenleving extra moet worden geholpen. Op welke partij zou hij stemmen?
Ruben vindt dat alle mensen gelijk moet worden behandeld en dat de zwakkeren in de samenleving extra moet worden geholpen. Op welke partij zou hij stemmen?
A
VVD
B
BBB
C
SP
D
50+

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions



Voor Fedde is de Nederlandse cultuur erg belangrijk. Hij wilt liever niet dat vluchtelingen een verblijf in NL krijgen. Op welke partij zou hij stemmen?
Voor Fedde is de Nederlandse cultuur erg belangrijk. Hij wilt liever niet dat vluchtelingen een verblijf in NL krijgen. Op welke partij zou hij stemmen?
A
ChristenUnie
B
VVD
C
PvdA
D
PVV

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wie is de baas in de gemeente?
Wie is de baas in de gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Burgermeester
C
Minister-president (Mark Rutte)
D
Wethouder

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een coalitie?
Wat is een coalitie?
A
Samenwerking met de grootste partijen
B
Samenwerking van partijen die de meerderheid hebben
C
Samenwerking van partijen die de minderheid hebben
D
Samenwerking met alle politieke leiders

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke drie functies uit de 2e kamer zijn nodig om een coalitie te vormen?
Welke drie functies uit de 2e kamer zijn nodig om een coalitie te vormen?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions


Een informateur is
Een informateur is:
A
Iemand die het kabinet vormt
B
Iemand die de leden van het nieuwe kabinet beëdigd
C
Iemand die praat met alle fractievoorzitters
D
Iemand die kijkt welke partijen kunnen en willen samenwerken

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke zaken gebeuren voor de verkiezingen en welke na de verkiezingen?
LIjststrekker
Regeer-akkorord
Peilingen
Zwevende kiezers
Verkenner
VOOR
NA

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Koppel de situatie aan de juiste rol van de koning 
Samenbinden
Vertegen-
woordigen 
Aanmoedigen
Andere staafshoofden bezoeken
Plekken van nare gebeurtenissen bezoeken
Koningsdag

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions


Is er in deze situatie sprake van voorbereiden
of uitvoeren door de regering?
Is er in de situatie van de vorige slide sprake van voorbereiden of uitvoeren door de regering?
A
Voorbereiden
B
Uitvoeren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de definitie naar de juiste term 
Parlement
Kabinet
Regering
koning en ministers
ministers en staatssecretarissen
De Eerste en Tweede Kamer

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

agendavorming
Fase 1 
Fase 2
Fase 3
Fase 4
beleidsbepaling
beleidsuitvoering
beleidsvoorbereiding

Slide 25 - Drag question

Laat leerlingen eerst zelf alvast nadenken over de volgorde van de verschillende fasen. 




Yasmin gaat in gesprek met het college van B en W.
Yasmin gaat in gesprek met het college van B en W.
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions





Yasmin schrijft een petitie en stuurt die naar de gemeente.
Yasmin schrijft een petitie en stuurt die naar de gemeente.
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions





Supermarkten worden geïnformeerd over de nieuwe situatie.
Supermarkten worden geïnformeerd over de nieuwe situatie.
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions





De gemeenteraad vergadert over het voorstel.
De gemeenteraad vergadert over het voorstel.
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions





Wie spelen een belangrijke rol bij het maken van beleid?
Wie spelen een belangrijke rol bij het maken van beleid?
A
Ambtenaren
B
Media
C
Inwoners van Nederland
D
De koning

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions