M2 passé composé

M2 Apprendre 2
De passé composé
Pak je snelhechter met leerlijst en je aantekeningenschrift voor je.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

M2 Apprendre 2
De passé composé
Pak je snelhechter met leerlijst en je aantekeningenschrift voor je.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Vul avoir in:
Tu ...

Slide 3 - Open question

Vul avoir in:
Nous ...

Slide 4 - Open question

Elles ...

Slide 5 - Open question

J'......

Slide 6 - Open question

Il ...

Slide 7 - Open question

Vous ...

Slide 8 - Open question

De passé composé = De voltooide tijd
Bijvoorbeeld: ik heb gedanst
Stap 1: Hulpwerkwoord avoir:

Ik heb
J'ai
Jij hebt
Tu as
Hij/zij heeft, we hebben
il/elle/on a
Wij hebben
Nous avons
Jullie hebben / u heeft
vous avez
zij (man/vrouw) hebben
ils/elles ont

Slide 9 - Slide

Stap 2: Voltooid deelwoord
werkwoord eindigend op -er
Bijv:
-> é
manger ->
mangé (gegeten) 
regarder ->
regardé (gekeken)
trouver ->
trouvé (gevonden)
écouter ->
écouté (geluisterd)

Slide 10 - Slide

manger ->
Tu .. ........

Slide 11 - Open question

regarder ->
Nous ... ........

Slide 12 - Open question

parler ->
Vous .... .............

Slide 13 - Open question

danser ->
tu ... .............

Slide 14 - Open question

chanter ->
J'... ............

Slide 15 - Open question

bricoler ->
il ... ...............

Slide 16 - Open question

nager ->
elles ... ..............

Slide 17 - Open question

Let op! 
Deze onregelmatige werkwoorden hebben een bijzonder voltooid deelwoord:
être -> été (geweest)
avoir -> eu (gehad)
faire -> fait (gedaan)
prendre -> pris (gepakt)
pouvoir -> pu (gekund)
vouloir -> voulu (gewild)

Slide 18 - Slide

Ik heb gewild (vouloir) =
J'ai .....

Slide 19 - Open question

Zij heeft gepakt (prendre) =
Elle a ...

Slide 20 - Open question

Jij bent geweest (être) =
Tu as ...

Slide 21 - Open question

Wij hebben gedaan (faire)=
Nous ... ......

Slide 22 - Open question

Jullie hebben gehad (avoir) =
Vous ... .............

Slide 23 - Open question

Zij (man) hebben gekund (pouvoir)
Ils .. ............

Slide 24 - Open question

Hij heeft gehad (avoir) =
Il .... ............

Slide 25 - Open question

Blooket:
https://dashboard.blooket.com/set/67b2da06c69dd6536aa58b7a

Slide 26 - Slide