Woordenschat les 4

Welkom en fijn dat je er bent!
Ga alvast zitten
pak je leesboek
=>  lezen

timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom en fijn dat je er bent!
Ga alvast zitten
pak je leesboek
=>  lezen

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Hoofdstuk 4 - woorden met meerdere betekenissen
  • Lesdoel
  • Huiswerk bespreken H3
  • Instructie homoniemen en opdrachten H4
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

Wat valt op?
1. Haar haar zit altijd netjes.
2. Bij die bij zijn de vleugeltjes kapot.
3. Die arme man brak zijn arm.
4. In de bank op de hoek staat een bank.
5. Langs dat pad vind je meer kikkers dan padden.

denk eerst even na

Slide 3 - Slide

Wat valt op?
1. Haar haar zit altijd netjes.                   (bezittelijk vnw - zelfst. nw.)
2. Bij die bij zijn de vleugeltjes kapot.         (voorzetsel - zelfst.nw.)
3. Die arme man brak zijn arm.              (bijvoeglijk nw. - zelfst. nw.)
4. In de bank op de hoek staat een bank.            (geldbank - zitten)
5. Langs dat pad vind je meer kikkers dan padden.      (weg - dier)

Slide 4 - Slide

LESDOEL

- Je kan uitleggen wat een homoniem is.

- Je kan een voorbeeld geven van een homoniem.



Slide 5 - Slide

Huiswerk bespreken
blz. 84 - 85
opdracht 4, 5.1

Wist je iets niet? Heb je nog vragen?
Zorg dat je de goede antwoorden in je schrift hebt staan.

TOETS STAAT IN MAGISTER: 14 DECEMBER 2022

Slide 6 - Slide

voordat we beginnen...

Wat is ook al weer een zelfstandig naamwoord?
=> Benoem de zelfstandig naamwoorden in de volgende zin.

'Een woord met meer betekenissen noem je een homoniem'.

Slide 7 - Slide

voordat we beginnen...

Wat is ook al weer een zelfstandig naamwoord?
Benoem de zelfstandig naamwoorden in de volgende zin.

'Een woord met meer betekenissen noem je een homoniem'.

Slide 8 - Slide

Homoniemen

'Een woord met meer betekenissen noem je een homoniem'.

                                       - verschillende woordsoorten
                                       - dezelfde woordsoorten 
blz. 110
filmpje
blz. 110

Slide 9 - Slide

Huiswerk
MAKEN EN LEREN

blz. 110 - 111
Opdracht 2 + 4

Slide 10 - Slide

LESDOEL

- Je kan uitleggen wat een homoniem is.

- Je kan een voorbeeld geven van een homoniem.



Slide 11 - Slide

Figuurlijk taalgebruik

  • Met figuurlijk taalgebruik wordt iets anders bedoeld
       dan er eigenlijk staat. 

Slide 12 - Slide



Noem 2 uitdrukkingen met het woord zon of zonnetje erin

1  ...................................................................................
2  ..................................................................................
timer
2:00

Slide 13 - Slide

Wat wordt bedoeld met:

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Evaluatie

  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 16 - Slide

Evaluatie

  • Wat heb je geleerd deze les?

  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 17 - Slide