Herhaling tijdvak 3 en 4

Hoe noemen we iemand die het christendom verspreidde
A
monnik
B
missionaris
C
zendeling
D
pastoor
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoe noemen we iemand die het christendom verspreidde
A
monnik
B
missionaris
C
zendeling
D
pastoor

Slide 1 - Quiz

Monniken en missionarissen behoren tot de stand van de
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 2 - Quiz

De moslims waren verdraagzaam tegenover de joden en christenen, omdat
A
zij polytheïstisch zijn
B
zij monotheïstisch zijn
C
zij opstanden verwachten van de joden en christenen
D
geen van de drie antwoorden is juist

Slide 3 - Quiz

Welke van de volgende zinnen hoort niet bij de stelling: Handel werd na de val van het Romeinse Rijk moelijker
A
er was geen centraal gezag
B
de Romeinse wegen werden niet meer onderhouden
C
De omgeving was onveilig
D
Karel de Grote was Rome binnengevallen

Slide 4 - Quiz

Wie hoort niet in het hofstelsel thuis?
A
horige
B
heer
C
stedeling
D
vrije boer

Slide 5 - Quiz

Wat was geen reden voor de invoering van het feodale stelsel
A
De leenheer kon zo greep houden op zijn leenmannen
B
De leenheer kon zo belastingen innen
C
De leenheer had zo de beschikking over een groot leger

Slide 6 - Quiz

Wat hoort niet bij stadsrechten
A
Eigen rechtspraak in de stad
B
Alle belastingen waren voor de stad alleen
C
De stad mocht een muur bouwen om de stad
D
De stad mocht een eigen munt slaan

Slide 7 - Quiz

De investituurstrijd is een strijd tussen de paus en de keizer over de benoeming van bisschoppen
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

De wereldlijke macht is in handen van de
A
geestelijkheid
B
adel
C
burgerij
D
boeren

Slide 9 - Quiz

De Pausen van rond het jaar 1000 beschouwden zichzelf als de belangrijkste personen op aarde
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

De kruistochten begonnen in welke eeuw?
A
de 10e
B
de 11e
C
de 12e
D
de 13e

Slide 11 - Quiz

Alle kruistochten richtten zich op het heroveren van Palestina
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Doordat de steden belastingen moesten betalen kreeg de vorst meer geld om ambtenaren aan te nemen
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Centralisatie is dat men een land vanuit 1 punt gaat besturen
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Waarom zorgde de opbloei van de steden voor centralisatie van de macht van de vorst
A
De vorst werd steeds rijker
B
De vorst kon ambtenaren betalen
C
De leenmannen werden zelf ook vorst
D
Geen van de drie antwoorden

Slide 15 - Quiz

Monniken vonden de teksten uit de oudheid niet goed, omdat
A
In de oudheid de mens centraal stond
B
Het christendom nog niet bestond
C
In de oudheid men leefde voor het leven na de dood
D
De teksten niet in leesbaar Latijn waren geschreven

Slide 16 - Quiz

Waarom verloor de adel veel macht dankzij de centralisatie
A
De vorsten hadden ze niet meer nodig
B
De adel was niet geschoold
C
De ambtenaren waren trouwer aan de vorst
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quiz

Zet deze gebeurtenissen in chronologische volgorde. 
A. Keizer van Byzantium vraagt Paus om hulp.
B. Kruisvaarders dringen Jeruzalem binnen.
C. Turkse moslims veroveren Jeruzalem.
D. Paus roept Christenen op om een kruistocht te organiseren.
A
B
C
D

Slide 18 - Drag question

Welke gebeurtenis wordt gezien als het einde van de Oudheid en het begin van de Middeleeuwen?
A
De Germaanse volksverhuizingen in Europa.
B
De ondergang van het West-Romeinse Rijk.
C
De ondergang van het Oost-Romeinse Rijk.
D
Het begin van de regeerperiode van Karel de Grote.

Slide 19 - Quiz

Het ontstaan van de horigheid is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 20 - Quiz

Het ontstaan van het leenstelsel is een ontwikkeling op
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 21 - Quiz

Het ontstaan van het feodale stelsel is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 22 - Quiz

Het ontstaan van de islam is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 23 - Quiz

De verspreiding van het christendom in Europa is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide