Thema 4 - Grammar 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Grammar Theme 4

- Tegenwoordige tijd en duurvorm tegenwoordige tijd

Tegenwoordige tijd en duurvorm tegenwoordige tijd

I always work from four to six.

I am working at the moment.

Tegenwoordige tijd

wanneer

- feiten, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen.

Hoe

werkwoord

werkwoord + (e)s (SHIT-regel)

I walk - she walks        I go - he goes            they eat - she eats

I ___ in Australia. (live)

He ___ in Brazil. (live)

They ___ video games. (play)

Duurvorm tegenwoordige tijd

wanneer

- Als iets NU bezig is

- Als je irritatie wilt uitdrukken.

Hoe

Am / are / is + werkwoord + ing

I am walking           she is walking              they are walking

I _____ a book. (read)

We ___ TV. (watch)

She ____ . (sleep)

You ___ your mobile phone. (use)

Tegenwoordige tijd

wanneer

- feiten, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen.

Hoe

werkwoord

werkwoord + (e)s (SHIT-regel)

Duurvorm tegenwoordige tijd

Wanneer

- iets NU aan de gang of irritatie

Hoe

am/are/is + ww + ing

Right now, my friend ___ me. (call)

At the moment, they ___ a game. (play)

Robin never ___ emails. (write)

Look! The cat ___ the dog's food! (eat)

We ___ our homework right now. (do)

Lucy ___ in a choir every Sunday. (sing)

Tegenwoordige tijd

wanneer

- feiten, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen.

Hoe

werkwoord

werkwoord + (e)s (SHIT-regel)

Duurvorm tegenwoordige tijd

Wanneer

- iets NU aan de gang of irritatie

Hoe

am/are/is + ww + ing

Grammar Theme 4

- Woordvolgorde

- Tegenwoordige tijd en duurvorm tegenwoordige tijd