This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Agenda
Wat zijn woordsoorten? Welke woordsoorten gaan we nu bespreken? Oefenen
Slide 2 - Slide
Wat zijn woordsoorten?
Woordsoorten zijn eigenlijk een soort 'families'. Elk woord in de Nederlandse taal kun je onderverdelen in zo'n familie. Door woordsoorten te kennen kun je zinnen beter begrijpen. Het helpt je ook bij het leren van een andere taal.
Lidwoorden staan, of kun je in gedachten plaatsen, voor het zelfstandig naamwoord.
Slide 7 - Slide
Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord (zn)
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Zelfstandig naamwoord (zn)
Mensen, dieren, dingen of een abstract begrip (de liefde, het gevoel). We zeggen ook wel: zelfstandig naamwoorden zijn namen van mensen, dieren of dingen. Meestal staat bij een zelfstandig naamwoord een lidwoord of kun je er een lidwoord bij denken. Je kunt het verkleinen en in meervoud zetten.
Slide 10 - Slide
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
Een bijvoeglijk naamwoord is
een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Het versierwoord.