Blok 2-7 Over taal 2KGT

Nederlands
                        Klas 2A - 2.7 Over taal
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
                        Klas 2A - 2.7 Over taal

Slide 1 - Slide

4 gouden minuten
Na 4 minuten zit iedereen op de plek,
anders weer 3 minuten
Telefoon bij binnenkomst in telefoontas
Leg de spullen vast klaar
Nodig: Lesboek + schrift
Time-out nodig-> doorgeven:
Dit geldt niet voor iedereen!!



timer
4:00

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Afspraken
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt je spullen en huiswerk op orde
  • Energie teveel? Voor de les en anders time-out aanvragen
  • Focus op de les - concentratie
  • Let op jezelf - leid anderen niet af
  • Steek je hand op bij vragen of iets willen zeggen.

Slide 4 - Slide

Vandaag in deze les:
  • Terugblik
  • Lesdoel
  • Nakijken huiswerk
  • Instructie over taal
  • Aan de slag

Slide 5 - Slide

Terugblik spelling
  • Je weet hoe je klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd schrijft.
  • Je weet hoe je de regel van 't kofschip x gebruikt.
  • Je kunt 't kofschip x toepassen bij klankvaste/zwakke werkwoorden en het voltooid deelwoord
  • Je weet hoe je samenstellingen spelt.

Slide 6 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 (84)

buitengewoon
toeneemt
beheerst
afneemt
tevergeefs
realistisch
vertoond
ordent
desondanks
toepassen
heb behoefte aan

Slide 7 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdracht 2 (85)
haalt veel op
onderzoek met vragen
moeite
beginnen
mezelf rustig maken
nog eens goed nadenken
manier organiseren
schoon
opnieuw gebruiken
mensen met verstand

Slide 8 - Slide

Extra opdracht
Opdr. 3 (85)
Vul de 10 woorden in je schrift. Gebruik de vetgedrukte woorden van opdracht 2.

Slide 9 - Slide

Lesdoel Over Taal
  • Je begrijpt de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
  • Je begrijpt de betekenis van woorden uit leesteksten
  • Je weet wat figuurlijke taal is
  • Je herkent samenstellingen

Slide 10 - Slide

Uitdrukkingen
Uitdrukkingen maken taal leuker, maar ook moeilijker.

Taal kun je letterlijk en figuurlijk gebruiken.

Uitdrukkingen horen bij figuurlijk taalgebruik

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Opdracht 8 (88)
Schrijf de vetgedrukte uitdrukkingen op en zet de betekenis erachter.



Dit is het huiswerk voor de volgende les.

Slide 12 - Slide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll