Hoofdstuk 3 - les 3

Welkom bij Nederlands

• Hoofdgedachte en onderwerp (herhaling)
• Kernzin
• Hoofdzaken en bijzaken
• Werken aan weektaak 

Wat weet je over hoofdgedachte en onderwerp?

Is de hoofdgedachte hetzelfde als het onderwerp?

Opbouw alinea

Langere teksten zijn opgebouwd uit alinea's.

Een alinea bestaat uit een kernzin en een toelichting daarop.

De kernzin = de zin die wordt toegelicht.

Kernzin

Kernzin

De belangrijkste informatie van een alinea.

Waar kan de kernzin staan: 

• De 1e zin van de alinea
• De 2e zin van de alinea
• De laatste zin van de alinea 

Kernzin

Kernzin =  de belangrijkste zin van een alinea

In elke alinea staat een kernzin.

Als je de kernzinnen van alle alinea's achter elkaar zet (en wat woorden aanpast), dan heb je een samenvatting van de tekst.

Uitleg hoofd- en bijzaken

Hoofdzaken

Bijzaken

Hoe vind je de hoofdzaken in een tekst?

Hoofd- en bijzaken

De belangrijkste informatie in een tekst zijn de hoofdzaken.

Deze hoofdzaken komen in een samenvatting te staan.

Hoofdzaken

Een tekst heeft een doel: informeren, overtuigen, instrueren of amuseren. 

Niet alle informatie is even belangrijk om dat doel te bereiken. 

Kenmerken hoofdzaken:

• informatie die echt belangrijk voor het tekstdoel is, noem je hoofdzaken
• feiten
• zonder deze informatie kun je de tekst/presentatie niet begrijpen
• je kunt hoofdzaken dus NIET weglaten!

Bijzaken

Een tekst bereikt zijn doel niet zonder de hoofdzaken, maar kan zijn doel wel bereiken zonder de bijzaken. 

Kenmerken bijzaken:

• voorbeelden
• extra uitleg 
• bijzaken maken de tekst helderder of leuker
• bijzaken kun je weglaten!

Hoofdzaken

- Belangrijke informatie over onderwerp.

- Staan in de kernzin.

- Tussenkopjes helpen om de hoofdzaken te vinden.

Bijzaken

- Minder belangrijke informatie - Maken de hoofdzaken duidelijker. 

- Het is vaak een voorbeeld, een herhaling of een uitleg bij de kernzin.

Wat is de hoofdzaak en wat is de bijzaak?

Ik ben vandaag later in de les, want ik moet eerst naar

de tandarts. 

Weektaak

Wat? H3 opdracht 11 en 13

Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen

Hulp? Steek je hand op

Tijd? 15 minuten

Klaar? Lezen in je boek

STIL WERKEN!