This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
plattegrond
docent
Slide 1 - Slide
Begintaak
1. Schrijf de volgende leerdoelen over in je zuidschrift:
Ik kan...
* uitleggen hoe zaadcellen en eicellen worden gevormd.
* de menstruatiecyclus beschrijven.
2. Daarna pak je je chromebook en kom je in deze LessonUp (StudentPIN op bord). Sluit alle andere tabbladen.
timer
7:00
Slide 2 - Slide
planning
1. Terugblik in LessonUp 10
3. Theorie: vruchtbaar worden 15
4. Quizvragen in LessonUp 5
5. huiswerk 2
Slide 3 - Slide
HERHALING
De klas moet een veilige plek zijn voor iedereen:
Toon respect voor elkaar
Niet lachen om de vragen/antwoorden van anderen
Als ik het gevoel krijg dat je acties lijken op plagen of pesten, word je verwijderd uit de les
Slide 4 - Slide
In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.
Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer
teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal
Slide 5 - Drag question
Mannelijk voortplantingsstelsel
Sleep de namen van de onderdelen op de goede plaats.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
10
Blaas
Bijbal
teelbal
prostaat
urinebuis
zaadblaasje
zaadleider
zwellichamen
eikel
voorhuid
balzak
Slide 6 - Drag question
aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider
Slide 7 - Drag question
Chromebook even dichtklappen
LessonUp niet afsluiten, straks nog nodig!
Slide 8 - Slide
Vruchtbaarheid
Wanneer je vruchtbaar bent, produceer je geslachtscellen (voortplantingscellen).
Man: Zaadcellen
Vrouw: Eicellen
Een jongen is vruchtbaar na zijn eerste zaadlozing.
Slide 9 - Slide
zaadcellen
Productie in de teelballen
Opslag in de bijballen
Beide bevinden zich in de balzak.
Slide 10 - Slide
sperma
Zaadlozing: ongeveer 3 ml sperma.
Sperma bevat:
1% zaadcellen (opgeslagen in de bijballen)
99% zaadvocht uit de zaadblaasjes en prostaat
Slide 11 - Slide
Zaadcellen
Slide 12 - Slide
zaadcellen en eicellen
Slide 13 - Slide
Nr. 1
Nr. 3
Nr. 4
Nr. 5
Nr. 7
Vagina
Baarmoeder
Baarmoederwand
Eileider
Eierstok
Slide 14 - Drag question
In de afbeelding hiernaast staan de organen van het vrouwelijke voortplantingsstelsel. Er staan acht organen aangegeven met een cijfer. Sleep de groene namen achter het juiste cijfer.
kleine schaamlip
vagina
clitoris
grote schaamlip
eileider
baarmoeder
urineblaas
eierstok
Slide 15 - Drag question
Wanneer is een meisje vruchtbaar?
Een meisje is vruchtbaar na haar eerste eisprong
= vrijkomen van een eicel
gevolgd door haar eerste menstruatie
= verlies van baarmoederslijmvlies en bloed via de vagina
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
ovulatie/eisprong
rijpende eicellen
ovulatie
Slide 18 - Slide
Menstruatie
Slide 19 - Slide
Menstruatie
Menstruatiecyclus
Slide 20 - Slide
Menstruatiecyclus
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Maandverband,tampons en softcups
Hiermee wordt het slijmvlies en bloed opgevangen. (Hygiëne!!)
maandverband: wordt tegen de opening van de vagina gedragen.
tampons: worden in de vagina gedragen.
softcups: vangen bloed op. Zitten in de vagina. Kun je hergebruiken.
Slide 23 - Slide
Menstruatieondergoed
Menstruatie ondergoed is herbruikbaar en wasbaar
Bloed kan tot 8 uur lang worden opgevangen.
Betere keuze voor het milieu
Het ondergoed gaat 2 tot 5 jaar mee.
Slide 24 - Slide
Eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen. Eicellen zijn...
A
vanaf de geboorte aanwezig
B
vanaf de puberteit
Slide 25 - Quiz
Hoeveel eicellen produceert een vrouw?
A
1 per dag
B
1 per 4 weken
C
honderden per dag
D
> 100 miljoen per dag
Slide 26 - Quiz
Hoeveel zaadcellen produceert een man?
A
1 per dag
B
1 per 4 weken
C
honderden per dag
D
>100 miljoen per dag
Slide 27 - Quiz
Een menstruatie duurt ongeveer
A
3 dagen
B
5 dagen
C
7 dagen
D
13 dagen
Slide 28 - Quiz
Een menstruatiecylcus duurt ongeveer
A
5 dagen
B
7 dagen
C
28 dagen
D
365 dagen
Slide 29 - Quiz
Aan de slag
1. Lezen: basisstof 3: Vruchtbaar worden vanaf blz. 29
2. Maken: opdrachten 1 t/m 4.
Je mag samenwerken met je buur.
Morgen gaan we verder met de andere opdrachten.
timer
15:00
Slide 30 - Slide
huiswerk
Afmaken opdrachten 1 t/m 4
Nakijken bs1 + bs2 (antwoorden in classroom)
(Leren bs1 onderdelen voortplantingsstelsel man + vrouw)
Slide 31 - Slide
Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Ovularen
Slide 32 - Quiz
Hoeveel dagen duurt ongeveer een menstruatiecyclus ?