This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
bureau
Daphne
Marit
Lisa
Annemijn
Elize
Tijmen
Timon
Floor
Cato
Niek
Luca
Julian
Sophie
Enice
Jurre
Benjamin
Maaike
Emma
Emmelotte
Wieger
Jesse
Thamar
Sarah
Bram
Jefta
Heleen
Yasmee
Jolijn
Yasmin
A3a
Slide 1 - Slide
Samentrekkingen
Startopdracht:
Maak opdracht 3 van bladzijde 233!
Slide 2 - Slide
Samentrekkingen
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
Slide 3 - Slide
Wat is een samentrekking?
Een samentrekking is een zin waarin een woord of een woorddeel wordt weggelaten uit een zinsdeel (of woordgroep), omdat hetzelfde woord al eens in de zin voorkomt. Het deel wat wordt weggelaten zorgt er dan voor dat de zin korter wordt, en dus wordt samengetrokken.
Er kunnen ook meerdere woorden of woorddelen worden samengetrokken. Hierdoor valt de herhaling weg en kun je op een kortere manier de zin maken.
Slide 4 - Slide
Samentrekkingen
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
In zinnen die verbonden zijn door en of maar kun je soms één of meer zinsdelen weglaten.
Samentrekking
Slide 5 - Slide
Samentrekkingen
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:
dezelfde grammaticale functie hebben (onderwerp, meewerkend voorwerp, koppelwerkwoord etc).
Fout is:
Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi. (‘zijn broek’ is in de eerste zin onderwerp en de tweede zin lijdend voorwerp).
Slide 6 - Slide
Samentrekkingen
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:
dezelfde grammaticale vorm hebben (enkelvoud of meervoud)
Fout is:
Er wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd. (na ‘en’ moet worden ingevoegd worden).
Slide 7 - Slide
Samentrekkingen
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:
dezelfde betekenis hebben
Fout is:
De boot was goed uitgerust en de bemanning ook.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
De woorden moeten:
Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
Dezelfde betekenis hebben
Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.
Slide 10 - Slide
Stappenplan:
1. vul de weggelaten woorden in;
2. kijk of het weggelaten deel voldoet aan de 3 voorwaarden;
zo ja --> zo laten;
zo nee --> de zin aanpassen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Schaatsten is gezond en doe ik regelmatig.
A
Goed
B
fout
Slide 13 - Quiz
De clown trok zijn kleren uit en trok zich niets van zijn publiek aan.
A
Goed
B
fout
Slide 14 - Quiz
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
Goed
B
fout
Slide 15 - Quiz
Zij wordt onderwijzeres en in Nijmegen opgeleid.
A
Goed
B
fout
Slide 16 - Quiz
Dat boek vond ik niet te duur, maar leek mij saai.
A
Goed
B
fout
Slide 17 - Quiz
Het lukte haar niet de beste te blijven en begon nerveus te worden
A
Goed
B
fout
Slide 18 - Quiz
Piet is een natuurliefhebber en dan ook vaak in het bos.
A
Goed
B
fout
Slide 19 - Quiz
De hond werd voortdurend gepest en werd tenslotte ziek.
A
Goed
B
Fout
Slide 20 - Quiz
Wij ontvingen de brief, maar hij had lang op zich laten wachten
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Video
Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 23 - Quiz
Deze literaire thriller is spannender dan de detectives.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 24 - Quiz
Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 25 - Quiz
De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 26 - Quiz
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 27 - Quiz
Liesbeth is keeper en veel te vinden op het trainingsveld.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 28 - Quiz
Mijn neven en nichten krijgen wel tien cadeautjes met kerst, maar ik slechts eentje.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 29 - Quiz
Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 30 - Quiz
De ouders worden ingelicht over de werkweek en de docent over de begeleiding.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 31 - Quiz
Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.