Compositie - Matisse

Schilderen met 
een schaar
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Schilderen met 
een schaar

Slide 1 - Slide

Je leert:
  • - Wie Matisse is.
  • - Beeldaspect vorm
  • - Beeldaspect compositie
  • - Beeldaspect kleur
  • - De thema's VORM en KLEUR toepassen in je werk en combineren met COMPOSITIE. 

Slide 2 - Slide

Wie is Matisse?

Henri Matisse hield van kleur. Het maakte hem niet uit of stenen blauw waren, hij koos gewoon voor de kleuren die hij mooi vond. Sommige mensen vonden zijn kunst vreselijk lelijk. Een groen gezicht en een gele neus, dat doe je toch niet? In een krantenartikel noemden ze Matisse 'fauve', dat betekent: wild! Zo ontstond het woord Fauvisme voor deze kunststroming: kunst met gedurfde kleuren.
Matisse werd ziek en moest geopereerd worden. Daarna zat hij de rest van zijn leven in een rolstoel. Schilderen kon hij niet meer, maar hij kon nog wel 'schilderen met een schaar'.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

opdracht 1:
  • - Maak een poster over Matisse in tweetallen.
  • - foto van de kunstenaar.
  • - informatie over de kunstenaar.
  • - foto van minimaal 3 verschillende kunstwerken. Noteer ook de gegevens van het kunstwerk zoals titel, jaartal etc.
  • - zoek informatie over een van de kunstwerken.
  • - zoek informatie over het Fauvisme.
  • noteer je naam en klas op de poster.

Slide 5 - Slide

Compositie
  • De manier hoe een werk is opgebouwd. 
  • Nadenken waar je de verschillende elementen in een werk plaatst.

Slide 6 - Slide

Compositiegrondvormen
De soort compositie
Er zijn veel verschillende composities, wij behandelen er 4.
  • diagonale compositie
  • Centraal compositie
  • A- Symmetrische compositie
  • Overall compositie

Slide 7 - Slide

Diagonale compositie
  • Schuine kijkrichting bijv. van linksonder naar rechtsboven.
  • Elementen zijn op een schuine lijn geplaatst.
  • dynamisch

Slide 8 - Slide

Centraal compositie
  • Het belangrijkste staat in het midden.
  • Je aandacht wordt naar het midden getrokken.

Slide 9 - Slide

A- Symmetrische compositie 

  • Het midden van het beeld kan op geen enkele manier in twee helften worden gedeeld.
  • niet spiegelbeeldig.
  • dynamisch.

Slide 10 - Slide

Overall compositie
  • De aandacht is nergens op gericht.
  • Elementen staan verspreid over het hele vlak.

Slide 11 - Slide

Henri Matisse
Kunstschilder 1869 - 1954
Schilderde "expressionistisch". Felle kleurvlakken naast elkaar.
Toen hij rolstoelgebonden werd door een verkeerd gelopen operatie begon hij met collages maken. Knip en plak werk. Op de volgende pagina's zie je enkele voorbeelden.

Slide 12 - Slide

Hij gebruikte papier wat hij eerst beschilderde en daarna uitknipte.
Van de uitgeknipte vormen maakte hij een nieuwe compositie.
Hoe noem je deze vormen?

Slide 13 - Slide

Hij gebruikte organische en geometrische vormen naast elkaar.

Slide 14 - Slide

organische vormen.
Geometrische vormen

Slide 15 - Slide

Warme en koude kleuren

Slide 16 - Slide

Felle kleur vlakken zette hij naast elkaar en over elkaar heen.

Slide 17 - Slide

Zijn knip en plakwerken waren gestileerd.
De vormen waren sterk vereenvoudigd. Met een beetje fantasie kan je nog wel zien wat het voorstelt.

Slide 18 - Slide

figuratief
realistisch/ figuratief
abstract
gestileerd/ figuratief

Slide 19 - Slide

Opdracht 2

Slide 20 - Slide

Opdracht 2
  • 1. Neem een A2 in de kleur die je gekozen hebt, en leg die in het midden op tafel.
  • 2. Maak op deze achtergrond een tafel die bladvullend is.
  • 3. Teken en knip uit de A4-tjes de silhouetten van 5 verschillende voorwerpen (per persoon). Wees creatief met voorwerpen!
  • 4. Elke compositiegrondvorm moet 1 keer voorkomen per groepje. Maak van elke compositie een foto.
Silouet = Alleen de omtreksvorm. De vorm is geabstraheerd maar nog wel herkenbaar.

Slide 21 - Slide

Opdracht 3
  • 1. Verzamel jouw eigen uitgeknipte voorwerpen.
  • 2. Maak een stilleven hier mee en maak hier een foto van. 
  • 3. Teken en knip uit de A4-tjes de silhouetten van nog 5 verschillende voorwerpen. Wees creatief met voorwerpen!
  • 4. Maak een eigen kunstwerk van wat je tot nu toe hebt gemaakt.
  • 5. Plak het op!

Slide 22 - Slide