H3 Grote en negatieve getallen les 2

Grote en negatieve getallen les 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Grote en negatieve getallen les 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

Doelen van de les:

Aan het einde van de les kan:
* handig kan optellen en aftrekken met grote getallen
* handig optellen en aftrekken met negatieve getallen





Slide 3 - Slide

Hoe los je het op als het een eraf-som is?


149 - 47 = 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zorg altijd voor kladpapier en een pen/potlood!

Slide 6 - Slide

Wie kan dit uitleggen?

Slide 7 - Slide

214 - 123 = 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is het grootste getal dat je kent?
(schrijf dit op als een woord)

Slide 10 - Open question

Even opfrissen:

Slide 11 - Slide

Een miljoen heeft ................ nullen!
A
3
B
6
C
9
D
12

Slide 12 - Quiz

Een miljard heeft ............ nullen
A
3
B
6
C
9
D
12

Slide 13 - Quiz

Honderdduizend heeft ........... nullen
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 14 - Quiz

tweehonderdvijftigduizend schrijf ik op deze manier...
A
25.000
B
250.000
C
2.500.000
D
25.000.000

Slide 15 - Quiz

Wie weet een handige manier om dit op te lossen?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

1.000.000 - 450.000 = 

Slide 18 - Slide

Het kan ook zo....
740.000 - 13.000 = 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is een negatief getal?
A
De uitkomst van een eraf-som
B
Een getal onder nul
C
Een getal dat slechte zin heeft...

Slide 22 - Quiz

Waar kom je negatieve getallen tegen?

Slide 23 - Open question

Op maandag is het -2 graden. Op dinsdag is het 5 graden kouder.

Welke temperatuur is het op dinsdag?

Slide 24 - Slide

Hoeveel meter staat de man hoger dan het schaap?

Slide 25 - Slide