vendredi, le 14 juin

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

inschrijven sportdag
www.vechtdalcollege.nl
naar beneden scrollen totdat je Magister 6 ziet staan
-> daarop klikken

Slide 2 - Slide

dagopening
Zaterdagmiddag speelt het Nederlands vrouwenelftal weer. 
Ga je kijken?
Maakt het team kans op de wereldtitel?
Vind je dat er verschil is tussen vrouwen- en mannenvoetbal?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

dagopening
Zaterdagmiddag speelt het Nederlands vrouwenelftal weer. 
Ga je kijken?
Maakt het team kans op de wereldtitel?
Vind je dat er verschil is tussen vrouwen- en mannenvoetbal?

Slide 5 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
objectifs
lire
verbes
chanson
grammaire
devoirs

Slide 6 - Slide

objectifs
objectifs
lire
verbes
chanson
grammaire
devoirs

Slide 7 - Slide

la prononciation

Slide 8 - Slide

prononciation
é  =  ee  -> café, électricité
er = ee -> parler, donner, chercher
ez = ee -> chez, vous parlez

Slide 9 - Slide

prononciation
è   =  e (het)  ->  père, frère, mère, collège
ê  =   e (het)  ->  tête, fenêtre
ai =   e (het)  ->  aimer, mais, anglais

Slide 10 - Slide

prononciation
(e)au   = oo  ->  cadeau, aussi, sauce
qu        = k     ->   qui, que, quand, la physique, monique
oi         = wa  ->  trois, moi, toi, poivron
ou       =  oe  ->   bonjour, vous, nous, pour
ui         = wie ->   oui, huile

Slide 11 - Slide

lire en couples
Tekst B (blz 71): 
Lees om de beurt twee zinnen voor.
Geef elkaar feedback op de uitspraak.

Slide 12 - Slide

parler
                 Réponds aux questions en phrases complètes.

Slide 13 - Slide

verbes

Slide 14 - Slide

verbes réguliers
werkwoorden op -er:       parler -> parl
je parle
tu parles
il/elle/on parle
nous parlons
vous parlez
ils/elles parlent

j’ai parlé

Slide 15 - Slide

verbes réguliers
werkwoorden op -ir:       finir -> fin
je finis
tu finis
il/elle/on finit
nous finissons
vous finissez
ils/elles finissent

j’ai fini

Slide 16 - Slide

verbes réguliers
werkwoorden op -re:     vendre-> vend
je vends
tu vends
il/elle/on vend    
nous vendons
vous vendez
ils/elles vendent

j’ai vendu

Slide 17 - Slide

imparfait
(alle werkwoorden)
nous-vorm    min      -ons      plus         uitgang

finir -> finissons -> finiss
je finissais
tu finissais
il/elle/on finissait
nous finissions
vous finissiez
ils/elles finissaient

Slide 18 - Slide

futur
-er/-ir -> heel werkwoord plus uitgang
-re -> min    e   plus uitgang

je parlerai  /   vendrai
tu parleras   /   tu vendras
il/elle/on parlera   /   vendra
nous parlerons   /   nous vendrons
vous parlerez   /   vous vendrez
ils/elles parleront   /     vendront

Slide 19 - Slide

futur
uitzonderingen
être -> ser -> je serai
avoir -> aur -> tu auras
aller -> ir -> il ira
faire -> fer -> nous ferons
pouvoir -> pourr -> vous pourrez
vouloir -> voudr -> ils voudront

Slide 20 - Slide

verbes

Slide 21 - Slide

oefenen met de werkwoorden 
(10 min)
ga naar :  www.verbuga.eu

Temps: présent +passé composé + futur + imparfait
Verbes irréguliers: aller, avoir, être, faire, pouvoir, vouloir
Verbes réguliers: chercher, finir, vendre

Confirmer

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

devoirs
Deeltoets 1 : werkwoorden
leren:     werkwoorden op -er/-ir/-re 
                 aller/avoir/être/faire/pouvoir/vouloir


Slide 24 - Slide

objectifs
Ik ben me (weer) bewust van de uitspraakregels in het Frans.
Ik begrijp hoe je de meest voorkomende werkwoorden in het Frans gebruikt.

Slide 25 - Slide

Waar zou je nog meer uitleg
over willen krijgen?

Slide 26 - Mind map