This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 15 min
Introduction
Hoe bereken je de btw over de verkoopprijs?
Items in this lesson
BTW
van verkoopprijs naar consumentenprijs
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert in deze les met btw rekenen, en je kunt na deze les ook uitleggen wat btw is.
Je kunt de verkoopprijs omrekenen naar de consumentenprijs bij een gegeven btw percentage, en andersom.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
BTW
Belasting over de toegevoegde waarde.
Slide 4 - Slide
Winkelprijs
De winkelprijs is de prijs die de consument in de winkel betaalt voor een product of dienst. Dit wordt ook wel de consumentenprijs genoemd. Het is de prijs die je aan de winkelier betaalt, inclusief btw.
consumentenprijs = verkoopprijs + btw
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
De consumentenprijs is de verkoopprijs exclusief btw.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Rekenen met btw
De verkoopprijs van een product is € 125.
De btw is 21%.
De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):
€ 125 : 100 x 121 = € 151,25
€ 125 : 100 x 21 = € 26,25
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Slide 8 - Slide
Rekenen met btw
De consumentenprijs van een product is € 159,95.
De btw is 21%.
De verkoopprijs:
€ 159,95 : 121 x 100 = € 132,19
Slide 9 - Slide
De verkoopprijs is € 60 bij en het btw tarief is 9%. Bereken de consumentenprijs.
Slide 10 - Open question
De consumentenprijs is 83,49 euro. Het btw-tarief is 21%. Bereken de verkoopprijs.
Slide 11 - Open question
Wat heb je geleerd?
Slide 12 - Slide
Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs
Slide 13 - Quiz
Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde
Slide 14 - Quiz
De verkoopprijs van een brood is € 1,80. Het btw-tarief is 9%. Wat is de consumentenprijs?
A
De consumentenprijs is € 1,65
B
De consumentenprijs is € 1,96
C
De consumentenprijs is € 1,99
D
De consumentenprijs is € 2,10
Slide 15 - Quiz
Een winkelier bepaalt de verkoopprijs van een product op EUR 999,99. Voor de btw geldt het hoge (21%) tarief. Wat is juist?
A
De consumentenprijs is
€ 1.265,81.
B
De consumentenprijs is
€ 1.089,99.
C
De consumentenprijs is
€ 826,44.
D
De consumentenprijs is
€ 1.209,99.
Slide 16 - Quiz
De verkoopprijs is € 96. Bereken de consumentenprijs met 21% btw.
A
€ 116,16
B
€ 20,16
C
€ 119,95
D
€ 115,95
Slide 17 - Quiz
De verkoopprijs van een iPhone is € 332,75. De btw is 21%. Hoeveel is de consumentenprijs?
A
€ 402,63
B
€ 288,-
C
€ 399,30
D
€ 275,-
Slide 18 - Quiz
De verkoopprijs van een fiets is 495 euro. Het hoge btw-tarief geldt. Hoeveel is de consumentenprijs?
A
€ 409,10
B
€ 598,95
Slide 19 - Quiz
De Verkoopprijs is € 5,00. De consumentenprijs is dan ...
A
€ 5,00
B
€ 6,05
C
€ 5,45
D
Antwoord B of C kan allebei.
Slide 20 - Quiz
De verkoopprijs van een scooter is € 1150,-. Het btw-tarief is 21%. Wat is de consumentenprijs?
A
€ 1291,50
B
€ 1391,50
C
€ 1412,85
D
€ 1450,95
Slide 21 - Quiz
De consumentenprijs voor een computer is € 2.149,-. Het btw-tarief is 21%. Wat is de verkoopprijs?
A
€ 1.467,-
B
€ 1.675,47
C
€ 1.775,07
D
€ 1.776,03
Slide 22 - Quiz
De verkoopprijs van een shirt bij H&M is € 20,-. Hoeveel bedraagt de consumentenprijs (incl. 21%)?
A
€ 25,21
B
€ 95,23
C
€ 15,80
D
€ 24,20
Slide 23 - Quiz
De consumentenprijs voor een knipbeurt bij de kapper is € 18,50. Het btw-tarief is 9%. Wat is de verkoopprijs?
A
€ 16,97
B
€ 20,17
C
€ 15,29
D
€ 16,84
Slide 24 - Quiz
De verkoopprijs voor een auto is € 19.834,71. Het btw-tarief is 21%. Wat is de consumentenprijs?
A
€ 23.999,99
B
€ 16.392,32
C
€ 24.000,00
D
€ 21.619,83
Slide 25 - Quiz
Heb je de lesstof nog niet goed begrepen? Kijk dan naar de volgende video's.