Italiaans voor "middeleeuwen", dat woord ontstond in de 16e eeuw
B
Bloeiperiode van de kunst en wetenschap, waarbij ze terugkeken naar de Klassieke Oudheid.
C
Strijd tussen paus en keizer over wie de meeste macht in de wereld had.
D
De "nieuwe" tijd na de middeleeuwen, waarin men totaal nieuwe ontdekkingen deed.
1 / 34
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat is de Renaissance?
A
Italiaans voor "middeleeuwen", dat woord ontstond in de 16e eeuw
B
Bloeiperiode van de kunst en wetenschap, waarbij ze terugkeken naar de Klassieke Oudheid.
C
Strijd tussen paus en keizer over wie de meeste macht in de wereld had.
D
De "nieuwe" tijd na de middeleeuwen, waarin men totaal nieuwe ontdekkingen deed.
Slide 1 - Quiz
Middeleeuwen
Renaissance
Carpe Diem
Memento mori
donkere jaren
Michelangelo
geloof centraal
anatomie
Slide 2 - Drag question
Middeleeuwen of Renaissance?
Middeleeuwen
Renaissance
Slide 3 - Drag question
Leg uit hoe de renaissance de manier waarop mensen naar godsdienst keken veranderde.
Slide 4 - Open question
Leg uit welke ontwikkeling er in de renaissance plaatsvond op het gebied van beeldhouwkunst.
Slide 5 - Open question
Tijdens de renaissance ontstond ook het humanisme. Leg uit wat dit inhoud.
Slide 6 - Open question
Protestants
Katholiek
Calvijn
Hervorming / Reformatie
Aflaat
Versiering in de kerk
Bijbel in eigen taal
Filips II
Slide 7 - Drag question
Kettervervolging
Hervorming / reformatie
Paus
Karel V
Luther
Protestantisme
Katholicisme
95 stellingen
Slide 8 - Drag question
Welk citaat hoort bij welke persoon?
Luther
Calvijn
Erasmus
Tetzel
Men moet de christenen leren, dat wie aan een arme geeft of aan een behoeftige leent, beter doet dan wie een aflaat koopt.
Gods besluit tot de schepping van mens en aarde en het onderhoud van die schepping; de bestemming van ieder mens.
Als het geld in het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt.
Ik zal de Kerk verdragen, totdat ik een andere, betere vind.
Slide 9 - Drag question
Mensen konden een aflaat kopen. Wat is een aflaat? Vul aan. Met een aflaat .....
A
hoefde je niet elke zondag naar de kerkdienst
B
kon je priester worden
C
mocht je helemaal voorin de kerk zitten
D
werden je zonden vergeven
Slide 10 - Quiz
Noem, naast het verkopen van aflaten, nog een kritiekpunt van Luther op de kerk.
Slide 11 - Open question
Hoe reageerde de Paus op Luther?
Slide 12 - Open question
Wat zijn ketters?
A
Het ontstaan van een nieuwe, protestantse kerk naast de katholieke kerk.
B
Een christen die vindt dat de paus in Rome de leiding heeft over de kerk.
C
Een christen die zich aansluit bij een hervormer zoals Luther.
D
Iemand die andere ideeën heeft over het geloof dan de katholieke kerk.
Slide 13 - Quiz
Welke stelling is juist?
A
In de Nederlanden waren de gelovigen overwegend katholiek
B
De leider van de protestantse kerk is de paus
C
De boekdrukkunst zorgde ervoor dat Luther zijn ideeën kon verspreiden
D
Calvijn probeerde in opdracht van de katholieke kerk Luther te stoppen
Slide 14 - Quiz
Zet de tekstblokken op volgorde van vroeg naar laat. 1 = wat gebeurde er eerst, daarna 2 enz.
1
2
3
4
Er kwam kritiek op de kerk.
Alle Christenen in West-Europa zijn Katholiek.
De kerk wil de reformatie/hervorming stoppen.
De kerk splitst uiteen in de Protestantse en Katholieke kerk.
Slide 15 - Drag question
katholiek
protestant
katholiek
protestant
Slide 16 - Drag question
Wat is GEEN gevolg van de reformatie?
A
De paus is niet langer de baas van de kerk
B
Er ontstaan veel nieuwe christelijke stromingen
C
De katholieke kerk start de vervolging van ketters
D
In veel landen zijn er godsdienstoorlogen
Slide 17 - Quiz
1579
1581
1588
1566
Beeldenstorm
Unie van Utrecht
Acte van Verlatinghe
Uitroepen Republiek
Slide 18 - Drag question
Waarom is de beeldenstorm een belangrijk moment in de Nederlandse geschiedenis?
Slide 19 - Open question
Waarom kunnen we, als we het hebben over de 80-jarige oorlog, eigenlijk niet spreken over NEDERLANDSE geschiedenis?
Slide 20 - Open question
De Beeldenstorm was in?
A
1566
B
1568
C
1572
D
1576
Slide 21 - Quiz
Leg de volgende zin uit ons volkslied, het Wilhelmus, uit: "Den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd."
Slide 22 - Open question
Wat is de Unie van Utrecht?
Slide 23 - Open question
Gebeurtenis:
Beeldenstorm
Indirecte oorzaak
Directe oorzaak
Direct gevolg
Indirect gevolg
Filips II stuurt Alva naar de Nederlanden.
Protestanten besluiten naar kerken en kloosters te gaan om deze te vernielen.
Filips II verplicht iedereen katholiek te worden.
Alva richt een rechtbank op om deelnemers aan de Beeldenstorm te straffen
Slide 24 - Drag question
De Staten-Generaal nemen het Plakkaat (akte) van Verlating aan. Leg uit wat deze gebeurtenis inhoud.
Slide 25 - Open question
Vrede van Munster?
A
1622
B
1642
C
1648
D
1652
Slide 26 - Quiz
Karel V
Maurits
Willem van Oranje
Mijn God, heb medelijden met mijn ziel. Mijn God, heb medelijden met dit arme volk.
Slide 27 - Drag question
Leg uit waarom de edelen uit de Nederlanden vluchten na de beeldenstorm.
Slide 28 - Open question
De Nederlandse opstand (of 80 jarige oorlog)
1
2
3
4
5
6
Moord Willem van Oranje
Verovering van Den Briel
Vrede Münster
Unie van Utrecht
Hertog van Alva komt
Beeldenstorm
Slide 29 - Drag question
1. Een belangrijke figuur tijdens de reformatie was Maarten Luther
2. De reformatie betekende het begin van de Rooms Katholieke kerk
A
beide stellingen zijn juist
B
alleen stelling 1 is juist
C
alleen stelling 2 is juist
D
beide stellingen zijn onjuist
Slide 30 - Quiz
Zet de 5 feiten in de juiste chronologische volgorde.
Begin bovenaan met wat er als eerste gebeurde. Dat zet je bovenaan.
De protestantse kerken splitsen zich af van de katholieke kerk.
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt uitgeroepen.
De Vrede van Münster maakt een einde aan de Nederlandse Opstand.
Een aantal Nederlandse gewesten komt in opstand tegen Spanje.
In verschillende Nederlandse steden vindt een beeldenstorm plaats.
Slide 31 - Drag question
In de tijd van de Reformatie lieten voor- en tegenstanders spotprenten maken. Bedenk of de maker van deze prent een voor- of een tegenstander van de Reformatie was. Gebruik in je antwoord twee onderdelen uit de bron.
Doe het zo: De maker van deze prent is een (voor of tegenstander) van de Reformatie, dit kun je in de bron zien aan:
Slide 32 - Open question
Lees de bron. Deze drie fragmenten kunnen in verband worden gebracht met het streven naar een centraal bestuur door Karel V.
Leg uit waarom dit zo is voor fragment A.
Slide 33 - Open question
Lees de bron. Deze drie fragmenten kunnen in verband worden gebracht met het streven naar een centraal bestuur door Karel V.