JCL lesbrief kopen en werken les 22
1 / 34
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Bij marktevenwicht is .....
A
het aanbod gelijk aan de vraag
B
de prijs gelijk
C
de hoeveelheid gelijk
Slide 3 - Quiz
De aanbodlijn loopt hier verticaal, dus bij elke prijs wordt er evenveel van het product aangeboden door de producent.
Hoe kan dat?
Hoe kan dat?
A
dat kan niet!
B
het zijn goederen die niet snel bij te produceren zijn.
C
het zijn goederen die de consumenten niet vragen.
Slide 4 - Quiz
De afkorting qa betekent.....
A
gevraagde hoeveelheid
B
aangeboden hoeveelheid
C
hoeveelheid
Slide 5 - Quiz
Qa = 1,5P – 7
Qv = -P + 18
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid
Qv = -P + 18
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid
A
P = 10
q = 18
B
P = 10
q = 8
C
P = 12,50
q = 11,75
Slide 6 - Quiz
De evenwichtsprijs is de prijs waarbij vraag- en aanbod in evenwicht zijn.
Om de evenwichtsprijs (Pe) te berekenen kun je:
Om de evenwichtsprijs (Pe) te berekenen kun je:
A
De vraaglijn tekenen en hier het middelpunt van nemen
B
De aanbodlijn tekenen en hier het middelpunt van nemen
C
De vergelijkingen van vraag (Qv)
en aanbod (Qa) aan elkaar gelijkstellen
D
De vergelijking voor de vraag (Qv) gelijk stellen aan 0
Slide 7 - Quiz
Om vervolgens vanuit de evenwichtsprijs (Pe) de evenwichtshoeveelheid (Qe) te bereken:
A
Kun je de Pe alleen maar invullen in de vraagvergelijking
B
Kun je de Pe alleen maar invullen in de aanbodvergelijking
C
Maakt het niet uit of je de Pe in de vraag- of aanbodvergelijking invult , de Q is dan gelijk in beide formules
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Slide
Als de prijs van een product verandert dan zal.....
A
er een verschuiving van de lijn plaatsvinden
B
er een verschuiving op de lijn plaatsvinden
C
er helemaal niets gebeuren
