3.4: De Holocaust

3.4: De Holocaust
Het verhaal van de systemische uitroeiing van de Europese joden gedurende de periode (1933-1945)


1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.4: De Holocaust
Het verhaal van de systemische uitroeiing van de Europese joden gedurende de periode (1933-1945)


Slide 1 - Slide

Programma
Welkom :-)
Cijfers
Intro + leerdoelen
Korte uitleg
Filmpje (zelfstandig)
Aan de slag


Slide 2 - Slide

Wat weten jullie van de Jodenvervolging die voor- en tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De joodse woekeraar is in de loop der eeuwen uitgegroeid tot een klassiek antisemitisch beeld. Zoals vaker met stereotypen het geval is, heeft dit beeld een belangwekkende geschiedenis. Vanaf de late middeleeuwen tot de moderne tijd waren joden in veel landen en streken de enige geldhandelaren in de wijde omgeving. Vorsten en edelen hadden niet zelden joodse financiers in dienst.”
Luther; 16e eeuw
Hitler: …een groot man, een reus. Met één klaroenstoot kondigde hij de nieuwe tijd aan.”

Slide 15 - Slide

Opgepakte joden in Buchenwald na Reichskristallnacht

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

Huiswerk
Maken opdrachten Par. 3.4 online

Slide 23 - Slide

Havo 3: Les van vandaag 
Wat zijn de leerdoelen deze les? Samenvatting 3.4 + leerdoelen 3.5 (blz 61) bespreken
Wat moet af zijn voor deze les begint? 3.4: 1 t/m 4
Wat moet je in deze les doen en heb je nodig? Quiz vragen maken, theorie uitleg (luisteren/beeld) en vragen maken van 3.4
Wat moet je na deze les maken? 3.4: 5 t/m 9 + 3.5: 1 t/m 3
Waar lever je het in? Je maakt het online (GWP)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Hoeveel Joden uit Nederland hebben de oorlog niet overleefd?
A
160000
B
1,1 miljoen
C
194000
D
102000

Slide 26 - Quiz

Wie werden nog meer vermoord door de nazi's, behalve Joden. Noem de vijf groepen die genoemd worden in het artikel.

Slide 27 - Open question

Wat betekent 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging

Slide 28 - Quiz

Wat is antisemitisme?
A
jodenvervolging
B
jodenhaat
C
dat een land bestuurd wordt door 1 persoon
D
mensen ongelijk behandelen vanwege hun uiterlijk

Slide 29 - Quiz

Jodenvervolging: welke volgorde is juist?
A
Oppakken - doorvoerkamp - concentratiekamp - vergassen.
B
concentratiekamp - oppakken - doorvoerkamp - vergassen
C
doorvoerkamp - oppakken - concentratiekamp - vergassen.
D
vergassen - doorvoerkamp - concentratiekamp - oppakken

Slide 30 - Quiz


Het verhaal van Anne Frank past hier goed bij de jodenvervolging, want:
A
haar vader gaf in 1947 haar dagboek uit onder de titel Het Achterhuis.
B
ze kwam in 1933 met haar ouders en haar zus naar Nederland.
C
ze stierf in maart 1945 aan een ziekte in een concentratiekamp.
D
ze was met haar familie uit Duitsland gevlucht omdat ze joden waren.

Slide 31 - Quiz

Wat was de eerste maatregel van Hitler tegen de joden?
A
Alle joden moesten de Jodenster dragen
B
De joden werden weggevoerd
C
De joden mochten niet meer op alle openbare plekken komen
D
De joden werden opgepakt

Slide 32 - Quiz

De Joden werden in Duitsland gediscrimineerd. Na de oorlog met Polen werden de Joden in getto's geplaatst. Wat is een getto?
A
Een plek waar de Joden een Jodenster kregen
B
Een werkkamp waar Joden moesten werken voor de Duitsers
C
Afgesloten deel van de stad waar de Joden verplicht moesten wonen
D
Een ravijn waar de Duitsers Joden vermoorden.

Slide 33 - Quiz

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:

1. De Kristallnacht.
2. Duitsland valt Polen binnen.
3. Duitsland valt Nederland binnen
4. Joden moeten een Jodenster (zie plaatje) dragen.
A
2-1-4-3
B
1-3-2-4
C
2-1-3-4
D
1-2-3-4

Slide 34 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van het begrip genocide
A
holocaust
B
vermoorden van ongewenste personen
C
massamoord
D
gepland uitroeien van een bevolkingsgroep / volkenmoord

Slide 35 - Quiz

Wat was voor de SS de aanleiding in februari 1941 om 425 joden op te pakken?
A
Iemand van de NSB kwam om het leven
B
De joden vielen de NSB lastig
C
De NSB viel joden lastig
D
De SS kreeg bevel om joden te deporteren

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Video