Blok 6 spelling deel 1 en deel 2

werkwoordspelling
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

De docent (ontleden) een paar zinnen op het bord als voorbeeld.

Slide 2 - Open question

In de biologieles hebben we een kikker (ontleden).

Slide 3 - Open question

Waarom (vermijden) jij elk contact?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Het meervoud van: essay

Slide 6 - Open question

's of s?
Bij uitspraakproblemen:
baby --> baby's
opa --> opa's
portemonnee --> portemonnees
cliché --> clichés
controle --> controles 

Slide 7 - Slide

Het meervoud van diskjockey.

Slide 8 - Open question

Het meervoud van: monnik

Slide 9 - Open question

Onbeklemtoonde -ik - es
Monnik --> moniken
Leeuwerik --> leeuweriken
Dreumes --> dreumesen
Perzik --> perziken

Slide 10 - Slide

Het meervoud van: socioloog

Slide 11 - Open question

Verenkeling en verdubbeling
socioloog --> sociologen
kaas --> kazen
bed --> bedden
pot --> potten

Slide 12 - Slide

Juist
Onjuist
Skies
Ski's
Feeen
Feeën
Moniken
Monikken
Auto's
Autos
Bacteriën
Bacteries
Politicussen
Politici

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Maak een samenstelling: afdeling+chef

Slide 16 - Open question

Maak een samenstelling:
spin + wiel.

Slide 17 - Open question

Tussen -s?
Hoor je de s? Schrijf de s!
Lastig te horen? 
Stationsstraat
Afdelingschef

Vervang het tweede deel door een woord dat met een andere letter dan de s begint: afdelingshoofd

Slide 18 - Slide

Maak een samenstelling:
bol+boos

Slide 19 - Open question

Maak een samenstelling:
gewoonte + gebaar

Slide 20 - Open question

Maak een samenstelling:
huil + balk

Slide 21 - Open question

Maak een samenstelling:
reus + groot

Slide 22 - Open question

Maak een samenstelling:
schaap + wol

Slide 23 - Open question

Maak een samenstelling:
zon + weide

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat is het verkleinwoord van baby?

Slide 27 - Open question

Wat is het verkleinwoord van koning?

Slide 28 - Open question

Wat is het verkleinwoord van cola?

Slide 29 - Open question

Wat is het verkleinwoord van cd?

Slide 30 - Open question

Wat is het verkleinwoord van café?

Slide 31 - Open question

Wat is het verkleinwoord van souvenir?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Video