Wat? Maak de opdrachten bij 'Spreken en gesprekken' af. Maak daarna de
opdracht 1 t/m 7 en 10 van 'Woordenschat'
Hoe? Individueel (= alleen)
Eerder klaar? Begin aan 'Taalverzorging - Werkwoorden'. Maak de startopdracht en bekijk de instructie. Maak daarna opdracht 1 t/m 5 en 9B
Vragen? Aan mij of aan je buurman/buurvrouw