Writing

Email
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Email

Slide 1 - Slide

Hoeveel alinea's ?
Je schrijft een ideale brief als deze bestaat uit:
1) inleiding
2) kern
3) slot 

Slide 2 - Slide

!
1
2
3
4
!
Aanhef - beste meneer/mevrouw
alinea 1 -wie ben je? waar heb je de info gevonden?
alinea 2 -Waar gaat het over, wat wil je vertellen?
alinea 3 -Nu stel je al je vragen
alinea 4- Bedankt!  ik wil graag.................
groet - Kind regards

Slide 3 - Slide

!
Er zijn dus twee mogelijkheden:

  1.  je weet de naam wel - Dear Mr. ....,  Dear Ms. .......,
  2.  je weet de naam niet - Dear Sir/Madam,

Slide 4 - Slide

1
* In de eerste alinea stel je jezelf voor:
Mijn naam is .....ik ben.....jaar oud en ik woon in .... in Nederland

* Je verteld waar je de informatie waar je op reageert     vandaan hebt
Ik kreeg een folder tijdens het vak Engels/ Ik las uw advertentie op de site van .....

Slide 5 - Slide

I am a girl/ boy and I am 16 years old
I am a 16-year-old boy/ girl

Slide 6 - Slide

Alinea 1/inleiding
Waarom/wie ben je

I am writing you to .... 
I am writing you because ....  
I am writing in response to ...

I would like to apply for the job of  waitress...
I saw your advertisement ...

Slide 7 - Slide

2
In de tweede alinea vertel je uitgebreid waarom je schrijft en geef je alle informatie

  • waarom heb je veel vrije tijd nu
  • waarom wil je graag naar het buitenland 
  • welke ervaring heb je al
  • waar heb je de informatie voor nodig
  • waarom heb je een klacht

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

3
In de derde alinea stel je alle vragen die je nog hebt.

  • Mag ik deelnemen als in buiten Engeland woon?
  • Mag ik zelf kiezen waar ik ga werken?
  • krijg ik kost en inwoning?
  • kan ik korting krijgen?
  • geeft u rondleidingen?
  • Is het mogelijk een nieuw product te krijgen?

Slide 10 - Slide

4
In de laatste alinea doe je 2 dingen:

  1. Bedankt de lezer voor hun tijd en aandacht
  2. Vertel wat je wilt dat er nu gaat gebeuren

Slide 11 - Slide

Slotzin

I look forward to your answer.

I look forward to your reply.

Learn by heart!

Slide 12 - Slide

1
2
3
4
!
1

Slide 13 - Slide

Let op: Woordvolgorde
WIE - persoon, dier of ding
DOET - de werkwoorden
WAT - antwoord op 'wat doet wie?'
WAAR - locatie
 WANNEER - tijdaanduiding

Check de video voor uitleg                   

Slide 14 - Slide

Veelgemaakte fouten

  • Madame in plaats van Madam
  • Maand zonder hoofdletter (het is March, niet march)
  • Niet zakelijk genoeg (kom tot je punt en praat er niet te veel omheen).

Slide 15 - Slide

Let op!
Let op je taalgebruik. Hou het netjes / formeel!

Gebruik geen samentrekkingen:
Do not                          Don't
  Will not                         Won't
I am                                 I'm

Slide 16 - Slide

Do's
- Always write 'I' (ik) with a capital letter
- Always make sure your spelling and grammar is correct
- Write the first letter of a month with a capital letter (January)
Don'ts
- Don't use slangwords (spreektaal)
- Don't abbreviate (afkorten) words; I am --> not I'm


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide