4.7 dieren

Een appel hoort bij de klasse:
A
naaktzadige plant
B
bedektzadige plant
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
biologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Een appel hoort bij de klasse:
A
naaktzadige plant
B
bedektzadige plant

Slide 1 - Quiz

Bij welke stam van het
plantenrijk hoort een
varen?
A
wieren
B
sporenplant
C
zaadplant

Slide 2 - Quiz

Thema 4 Ordening en evolutie
  1. Organismen ordenen
  2.  De evolutie theorie
  3. Argumenten voor evolutie
  4. Ontwikkeling van het leven op aarde
  5. Bacteriën en schimmels
  6. Planten
  7. Dieren
  8. Organismen determineren

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
1. Je kunt het rijk van de dieren indelen in stammen op basis van de kenmerken symmetrie en skelet
2. Je kunt het dierenrijk indelen in zeven stammen. Van elke stam kun je kenmerken en voorbeelden noemen
3. Je kunt de stam van geleedpotigen indelen in 4 klassen. Van elke klasse kun je kenmerken en voorbeelden noemen
4. Je kunt de stam van de gewervelden indelen in 5 klassen. Van elke klasse kun je kenmerken en voorbeelden noemen.

Slide 4 - Slide

Rijk van de dieren
Rijk van de planten
Rijk van de bacteriën
Rijk van de schimmels

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Je gaat een koe in een groep indelen
Waar kijk je naar?
A
naar zijn naam
B
of hij gras eet
C
Of hij haren heeft
D
Of hij in Nederland leeft

Slide 14 - Quiz

Welke kenmerken hebben reptielen
A
kieuwen
B
schubben
C
slijm
D
veren

Slide 15 - Quiz

Je gaat een zeepaardje in een groep indelen. Waar kijk je naar
A
naar zijn naam
B
Of hij in Italie leeft
C
of hij zeewier eet
D
Of hij kieuwen heeft

Slide 16 - Quiz

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels

Slide 17 - Quiz

In welke groep van de gewervelden komen de jonge dieren uit de moeder?
10

Slide 18 - Open question

In welke groep(en) halen de dieren adem met longen?
12
A
alleen zoogdieren
B
vogels en zoogdieren
C
reptielen, vogels en zoogdieren
D
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren

Slide 19 - Quiz

Welk dier is warmbloedig?
A
alleen de ijsvogel
B
de ijsvogel en de vleermuis
C
de ijsvogel, de vleermuis en de pinguin
D
alle vier

Slide 20 - Quiz

Bij het ordenen van dieren wordt het skelet als kenmerk gebruikt
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Een inwendig skelet zit aan de binnenkant van het lichaam
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Hier zien we een...
A
Bedektzadige
B
Naaktzadige
C
Sporenplant
D
Alg of wier.

Slide 23 - Quiz

Een dennenappel is een voorbeeld van een...
A
Naaktzadige
B
Bedektzadige
C
Algen of wieren
D
Sporenplanten

Slide 24 - Quiz