Om te oefenen! Les 1 Vierkant en rechthoek.

Terugblik
  • Eerste wiskundeles

  • Kennismaking wiskundeboek

  • Startgevoel bij wiskunde

  • In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Terugblik
  • Eerste wiskundeles

  • Kennismaking wiskundeboek

  • Startgevoel bij wiskunde

  • In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde

Slide 1 - Slide

LEERDOEL:
Ik weet wat vlakke figuren zijn en kan ze benoemen (vierkant, rechthoek, driehoek en cirkel).
vierkant
rechthoek
driehoek
cirkel

Slide 2 - Slide

LEERDOEL:
Ik weet wat het verschil is tussen een vierkant en een rechthoek.

Slide 3 - Slide

LEERDOEL:
Ik weet wat hoekpunten zijn.
Ik weet wat zijden zijn.
 Ik kan de hoekpunten en zijden van een vierkant of rechthoek met letters benoemen.
 Ik kan een vierkant of rechthoek met diagonalen tekenen. 

Slide 4 - Slide

Zijden: AB, BC, CD, AD

Slide 5 - Slide

diagonalen

Slide 6 - Slide

LEERDOEL:

 Ik kan een vierkant of rechthoek met diagonalen tekenen. 

Hoe teken je een vierkant EFGH af? 
                    werkblad

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

LEERDOEL:

 Ik weet wat een veelhoek is

Slide 9 - Slide

LEERDOEL:

 Ik weet wat een veelhoek is


Verbind elk hoekpunt met alle hoekpunten.

Zijde: AB, BC, CD, DE, AE.
Diagonaal: AC, AD, BD, BE, CE.

Slide 10 - Slide

WAT HEB JE GELEERD?
En wat heb je onthouden?

Slide 11 - Slide

"Soep proeven"
Je hebt de lesstof nu geoefend.

Hoe proeft jouw soep?
Hoe ontwikkel jij je?

Hoe kun jij jouw soep nog lekkerder maken?

 

Slide 12 - Slide

Welk vlakke figuur is dit?

Slide 13 - Open question

Welk vlakke figuur is dit?

Slide 14 - Open question

Welk vlakke figuur is dit?

Slide 15 - Open question

Welk vlakke figuur is dit?

Slide 16 - Open question

Welk figuren zijn vierkanten?
Typ met "en".

Slide 17 - Open question

Welk begrip hoort bij nummer 1?
3
2
1

Slide 18 - Open question

Welk begrip hoort bij nummer 2?
3
2
1

Slide 19 - Open question

Welk begrip hoort bij nummer 3?
3
2
1

Slide 20 - Open question

Benoem alle zijden van
vierkant ABCD.

Typ: ...-...-....-... (geen spaties).
3
2
1

Slide 21 - Open question

Teken de zijden over en maak het vierkant af.

Slide 22 - Open question

Controleer met de grote punt van een geodriehoek. 

Slide 23 - Slide

Teken de zijden over en maak het vierkant af.

Slide 24 - Open question

Controleer met de grote punt van een geodriehoek. 

Slide 25 - Slide

Teken in vijfhoek DEFGH alle diagonalen

Slide 26 - Open question

Controleer met de grote punt van een geodriehoek. 

Slide 27 - Slide

Hoeveel diagonalen heeft vijfhoek DEFGH?

Slide 28 - Open question

Schrijf alle diagonalen op vanuit hoekpunt G.

Slide 29 - Open question

BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN -BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN- BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN 

Slide 30 - Slide