Van A tot zin 1.16

Van A tot zin 1.16
Herhalen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Van A tot zin 1.16
Herhalen

Slide 1 - Slide

Schrijf wat je hoort.

Slide 2 - Mind map

Je hoort een andere letter dan je schrijft.
Je hoort: moeiluk
Je schrijft: moeilijk

Slide 3 - Slide

Waarom?
Als -ijk aan het einde van het woord staat
en 
het woord heeft twee of meer lettergrepen
dan hoor en zeg je u.

Slide 4 - Slide

Niet altijd!
Bij alle woorden met -gelijk aan het einde hoor je wel de ij.

Slide 5 - Slide

Schrijf wat je hoort.

Slide 6 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 7 - Mind map

Je hoort een andere letter dan je schrijft.
Je hoort: veilug
Je schrijft: veilig

Slide 8 - Slide

Waarom?
Als -ig aan het einde van het woord staat
en 
het woord heeft twee of meer lettergrepen
dan hoor en zeg je u.

Slide 9 - Slide

Schrijf wat je hoort.

Slide 10 - Mind map

Je hoort een andere letter dan je schrijft.
Je hoort: lawaaj
Je schrijft: lawaai

Slide 11 - Slide

Schrijf wat je hoort.

Slide 12 - Mind map

Je hoort een andere letter dan je schrijft.
Je hoort: sneew
Je schrijft: sneeuw

Slide 13 - Slide

Waarom?
Bij woorden met -eeuw en ieuw op het einde hoor je de u niet.

Slide 14 - Slide

Van A tot zin 1.16
Oefendictee

Slide 15 - Slide

Schrijf wat je hoort.

Slide 16 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 17 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 18 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 19 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 20 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 21 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 22 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 23 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 24 - Mind map

Schrijf wat je hoort.

Slide 25 - Mind map