Taalquiz

Weetjes....... wie weet het?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Weetjes....... wie weet het?

Slide 1 - Slide

Wat is de meest gesproken taal ter wereld?

Slide 2 - Open question

Hoeveel dialecten kennen we in Nederland en België ongeveer?
A
100
B
1000
C
250

Slide 3 - Quiz

Wat is de meest gebruikte letter in het Nederlands
A
e
B
a
C
d
D
s

Slide 4 - Quiz

Hoeveel officiële talen heeft het koninkrijk der Nederlanden?
A
5
B
4
C
6
D
3

Slide 5 - Quiz

Hoeveel talen worden er in de hele wereld ongeveer gesproken
A
6200
B
6900
C
3400
D
4000

Slide 6 - Quiz

Hoeveel volwassen mensen in Nederland hebben moeite met lezen, schrijven en/of rekenen
A
Ongeveer 2,5 miljoen
B
Ongeveer 1,3 miljoen
C
Ongeveer 6 miljoen
D
4,1 miljoen

Slide 7 - Quiz

Dialecten!
Wat doe je als je in het Zeeuws aan het 'verhabbezakken' bent?

Slide 8 - Open question

Hoe noemen we in het Nederlands wat in het Afrikaans 'flaterwater' wordt genoemd?
A
typ-exx
B
schoonmaaksop
C
ranja
D
Plat water

Slide 9 - Quiz

Uit hoeveel letters bestaat het alfabet?
A
28
B
32
C
26
D
22

Slide 10 - Quiz

Dialecten!
Een Groninger roept: "Kop d'r veur hold'n!" naar je.
Wat wordt er bedoeld?

Slide 11 - Open question

Wat is
hippopotomonstrosesquipedaliofobie?
A
De angst voor scheldende mensen
B
De angst voor lange woorden
C
De angst voor letters
D
De angst voor andere talen

Slide 12 - Quiz

Bij leesvaardigheid moeten we de .... van de .... scheiden.
A
hoofdzaken / kern
B
hoofdzaken / bijzaken
C
kern / bijzaak
D
hoofdzaken / voorbeelden

Slide 13 - Quiz

Wat is dan een klepel?
A
Harde buitenkant van een klok
B
metalen staaf met verdikking in de klok
C
een pet zonder klep
D
moderne lepel

Slide 14 - Quiz

Spreekwoorden en uitdrukkingen
'Hij trok zijn keutel in'
Goed of fout?
A
Goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

'Hij trok zijn keutel in'
Wat betekent deze uitdrukking?

Slide 16 - Open question

Nederlands was eerst alleen een spreektaal, geschreven werd er in een andere taal. Welke taal was dat?
A
Duits
B
Spaans
C
Grieks
D
Latijn

Slide 17 - Quiz

In talen is hij veel beter ...
A
als hij
B
als hem
C
dan hij
D
dan hem

Slide 18 - Quiz

Heeft een dialect een andere grammatica dan het Standaardnederlands?
A
Altijd
B
Nooit
C
Soms
D
Weet ik niet

Slide 19 - Quiz

Hoeveel woorden heeft de Nederlandse taal?
A
100.000
B
1.000.000
C
500.000
D
Onbeperkt

Slide 20 - Quiz

Hoeveel klanken heeft de Nederlandse taal?
A
40
B
42
C
45
D
46

Slide 21 - Quiz

Hoe oud is de Nederlandse taal?
A
500
B
1500
C
500 v ch.
D
1500 v ch.

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de Nederlandse taal in het Engels?
A
Hollands
B
Netherlandish
C
Frysk
D
Dutch

Slide 23 - Quiz