This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom bij rekenen
Domeinen
Thema's
Basisvaardigheden
Slide 1 - Slide
Spelregels
Spelregels
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Even een check
1. rekenen 2F gedaan
2. Rekenen gehaald
3. Wie vindt rekenen moeilijk
Slide 4 - Slide
Hier zit een addertje onder het gras, (of in de put) . De slak stijgt inderdaad 1 meter na 1 dag en 1 nacht maar na 17 dagen en nachten is ze 17 meter boven de bodem en stijgt ze nog 3 meter op dag 18 !!
dus wanneer nacht 18 begint
Er was eens een slak en een put...
Een slak vertrok aan de bodem van een 20 meter diepe put op een reis recht naar boven. De hellingen van de put waren perfect verticaal. Overdag kroop de slak 3 meter omhoog maar 's nachts schoof ze 2 meter naar beneden!
Hoe lang duurt het voor de slak boven is?
Slide 5 - Mind map
Je hebt zesmaal het cijfer zeven. Je mag deze zevens in een bewerking stoppen waarin je mag delen, vermenigvuldigen, optellen enz, maar je mag alleen zevens gebruiken! Vorm met deze zevens een bewerking zodat het resultaat gelijk is aan 100
(777-77)/7= 100
Slide 6 - Open question
Een lekkere volumineuze taart met chocolade. Klaar om op te eten, maar eerst moet jij de taart nog in 8 delen verdelen. Misschien kan je enkele seconden besparen door maar 3 keer in de taart te snijden! Let wel op! Elke snede moet recht zijn, dus zonder hoeken of bochten! Hoe kan je de taart in 8 stukken verdelen met 3 snedes?
Slide 7 - Open question
Lesdoelen
Je kan de verschillende getallen herkennen
Je kunt lengtes herkennen en rekenen met lengte en gewicht.
Slide 8 - Slide
1.1 Getallen en hun betekenis
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
1.2 Lengte
Belangrijk!
Bedenkt wat is logisch
Wat wordt waar toegepast
Maak de verschillende lengtes gelijk voordat je gaat rekenen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
6 dm + 3cm + 7 mm = ..... mm
A
647 mm
B
64,7
C
63,7
D
637 mm
Slide 14 - Quiz
Een inch = ongeveer 2,54 cm Een TV van 32 inch = ... CM
A
81,28
B
28,81
C
801,81
D
heel veel
Slide 15 - Quiz
Check in duo's
Eén persoon maakt de even opdrachten (1.2)
De ander de oneven opdrachten (1.2)
Beide klaar check elkaar werk
Of...... ieder een vraag en meteen checken
timer
7:00
Slide 16 - Slide
Check the check(er)
5 opgaven checken
Slide 17 - Slide
Gewichten
je hebt negen ballen gekregen en een ouderwetse balans. Een van de ballen is ietsje zwaarder dan de andere en jij wil graag weten welke. Hoeveel keer moet je nu minstens ballen op de balans tegen elkaar wegen om te weten wat de zwaarste bal is?
Oplossing
verdeel de ballen in 3 groepen van 3, en weeg er twee. Is een van de twee groepen de zwaarste, dan pak je die, anders zit de zwaarste bal bij het niet gewogen groepje. Weeg twee van de drie ballen, en herhaal bovenstaande methode. Je kunt dus met twee keer wegen volstaan.
Uit 27 ballen kun je met drie keer wegen de zwaarste vinden, uit 81 ballen in 4 keer, etc.