Romy heeft een OV-chipkaart. Hierbij hoort de formule
: afstand in km
Monica heeft ook een OV-chipkaart. Op de kaart van Monica staat nog € 5.
Per kilometer betaalt ze evenveel als Romy.
7: Schrijf de formule op bij de OV-chipkaart van Monique.
8: Zij laadt haar reistegoed op met € 40.
Wat wordt nu het begingetal van de formule?
9: Schrijf de nieuwe formule op.