Gewone rekensommen en procentsommen

Kale rekensommen
vb:
...... x 118 = 2029,6

Wat komt er op de ........?
Wat bedoel ik met omgekeerde sommen
Dit soort sommen met puntjes kan je makkelijk op je rekenmachine uitrekenen als je snapt dat:
4 x 3 = 12  want 12 : 3 = 4    maar ook 12 : 4 = 3
Als dus de som  6 x .... = 36 , dan reken je dat uit met de deelsom: 36 : 6 = 6 dus op de puntjes komt dan een 6 te staan.
Een deelsom is een omgekeerde keersom:
24 : 4 = 6 want 6 x 4 = 24
de bedoeling van dit soort sommen
Antwoord
...... x 118 = 2029,6

Maak hier een deelsom van: 2029,6  : 118 = 17,2
Want 17,2 x 118 = 2029,6 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kale rekensommen
vb:
...... x 118 = 2029,6

Wat komt er op de ........?
Wat bedoel ik met omgekeerde sommen
Dit soort sommen met puntjes kan je makkelijk op je rekenmachine uitrekenen als je snapt dat:
4 x 3 = 12  want 12 : 3 = 4    maar ook 12 : 4 = 3
Als dus de som  6 x .... = 36 , dan reken je dat uit met de deelsom: 36 : 6 = 6 dus op de puntjes komt dan een 6 te staan.
Een deelsom is een omgekeerde keersom:
24 : 4 = 6 want 6 x 4 = 24
de bedoeling van dit soort sommen
Antwoord
...... x 118 = 2029,6

Maak hier een deelsom van: 2029,6  : 118 = 17,2
Want 17,2 x 118 = 2029,6 

Slide 1 - Slide

Maak een foto van je uitwerkingen van alle vragen en zet ze hier in als antwoord.
Ik zie dan of je er iets mee hebt gedaan en wellicht levert dat extra punten op bij je toets.

Slide 2 - Open question

Ik heb wat gehad aan deze lessonup?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

1248 : ..... = 24
Antwoord
1248 : ..... = 24

Het antwoord x 24 = 1248
Als ik dus 1248 : 24 = 52
Antwoord : 52

Slide 4 - Slide

...... : 17  = 14
Antwoord
...... : 17 = 14

Denk aan 6 : 3 = 2 want 2 x 3 = 6
Hier doe je dus : 14 x 17 = 238

Slide 5 - Slide

...... x 4,13 = 322,14
Antwoord
...... x 4,13 = 322,14

Denk aan 6 x 3 = 18 en dus 18 : 3 = 6
Hier doe je dus : 322,14 : 4,13 = 78

Slide 6 - Slide

16 x ..... = 1424
Antwoord
16 x ..... = 1424

Denk aan 5 x 3 = 15 en dus 15 : 3 = 5
Hier doe je dus : 1424 : 16 = 89

Slide 7 - Slide

8 x (14 - 6) : ...... = 16
Antwoord
8 x (14 - 6) : ...... = 16

Eerst de som tussen haakjes uitrekenen:
8 x 8 : ...... = 16

Nu eerst 8 x 8 = 64
64 : ...... = 16
Deze los je op met: 64 : 16 = 4
Antwoord is dus 4

Slide 8 - Slide

Procentsommen
Op je rekenmachine:        16,2 % van 312
1) eerst 1 % uitrekenen DUS 312 delen door 100
2) 16,2 %  betekent dat je de uitkomst van 1 keer 16,2 doet
3) Dus op je rekenmachine:         312 : 100 x 16,2 = 50,544 

Slide 9 - Slide

37,8 % van 2.345
Antwoord
37,8 % van 2.345

2345 : 100 x 37,8 = 879,375

Slide 10 - Slide

Je hebt € 12,00. Een pizza kost € 3,25
Hoeveel pizza's kan je kopen?
Antwoord
Je hebt € 12,00. Een pizza kost € 3,25
Dus 12 : 3,25 = 3,6923 ....
Je kan dus maar 3 pizza's kopen.

Slide 11 - Slide

24 x 112 mg = ..... gram
Antwoord
24 x 112 mg = ..... gram
LET OP: je berekent eerst de som 24 x 112 = 2688 mg
Nu moet het antwoord in gram
Van mg naar gram is drie sprongen omhoog dus drie nullen weg of de komma drie plaatsen naar links.
2688 (ik kan geennullen weghalen dus moet de komma drie plekken naar links --> 2,688
Antwoord is dus: 2,688 gram

Slide 12 - Slide

24 x 125 ml = ..... liter
Antwoord
24 x 125 ml = ..... liter
LET OP: je berekent eerst de som 24 x 125 ml = 3000 ml
Nu moet het antwoord in liter
Van ml naar liter is drie sprongen omhoog dus drie nullen weg of de komma drie plaatsen naar links.
2688 (ik kan geennullen weghalen dus moet de komma drie plekken naar links --> 3,000
Antwoord is dus: 3 liter

Slide 13 - Slide

Ik heb hier wat aan gehad
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll