Hoofdstuk 4 paragraaf 4

Vandaag: 4.4 + 4.5 Herhaling
Lesdoel
Uitleg 
Aan de slag
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag: 4.4 + 4.5 Herhaling
Lesdoel
Uitleg 
Aan de slag

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
  • Wat de kosten van een vervoermiddel zijn.
  • Ik kan de kosten van een vervoermiddel berekenen.
  • Wat je rechten zijn bij een koopovereenkomst.
  • Wat je plichten zijn bij een koopovereenkomst.

Slide 2 - Slide

Prijs per kilometer / kilometerprijs
  • Simpelweg: wat het je kost om een kilometer af te leggen.
  • Allerlei kosten meenemen: reparaties, brandstof, onderhoud, aanschaf.
  • Vervolgens de kosten delen door het aantal gereisde kilometers per periode (meestal jaar).
  • Doel: vergelijken – wat is het goedkoopste? Dit kan per persoon/situatie verschillen.

Slide 3 - Slide

Boris heeft een scooter. De totale kosten zijn € 1.254 per jaar. Hij rijdt per jaar 6.600 kilometer.

Wat is de kilometerprijs van de scooter?

Slide 4 - Open question

Voorbeeld: kosten per km - fiets
  • Edwin fietst 3.600 kilometer per jaar. Meestal fietst hij voor zijn plezier. Als het mooi weer is, fietst hij naar zijn werk. Als het kan, zet hij hem in een bewaakte fietsenstalling. Hij laat zijn fiets goed onderhouden door een fietsenmaker. Na 3 jaar ruilt hij zijn fiets in voor een nieuwe.
  • Berekening: kosten per jaar / km prijs per jaar, dus: €288 / 3.600 = €0,08 per kilometer.

Slide 5 - Slide

De vriendin van Edwin koopt een fiets voor € 684. Het onderhoud kost € 34 per jaar.
Ze gebruikt hem 4 jaar en ruilt hem dan in voor € 100.
Ze rijdt 1.200 kilometer per jaar.
Wat is de kilometerprijs?

Slide 6 - Open question

Voorbeeld: kosten per km - scooter
  • Edwin heeft een nieuwe scooter. Zijn vrouw gebruikt hem vaker dan hij. Ze rijden 6.000 kilometer per jaar met de scooter. De kosten per jaar zijn hoger dan die van de fiets. Dat komt door de benzine, de hogere aanschafprijs en de onderhoudskosten. De scooter verzekering is ook duurder dan de fietsverzekering.
  • Berekening: kosten per jaar / km per jaar, dus: €1.320 / 6.000 = €0,22 per kilometer.

Slide 7 - Slide

Edwin besluit na zes jaar de scooter te verkopen. De scooter heeft € 7.120 gekost. Hij verkoopt deze voor € 400.

Hoeveel heeft de scooter hem per jaar gekost?

Slide 8 - Open question

Voorbeeld: kosten per km - auto
  • Edwin heeft een nieuwe auto. Hij gebruikt hem voor zijn vakantie en voor zijn werk. Hij rijdt 15.000 kilometer per jaar met zijn auto. De kosten van de auto zijn hoger dan die van de scooter. Er komt nog een belangrijke kostenpost bij. Edwin moet belasting betalen voor het bezit van zijn auto.
  • Berekening: kosten per jaar / km per jaar, dus: €5.550 / 15.000 = €0,37 per kilometer

Slide 9 - Slide

Woon-werkverkeer 
  • Edwin krijgt van zijn werkgever een reiskostenvergoeding van 16 cent per kilometer. Dit bedrag per kilometer staat vast, hoe hij ook reist. Edwin wil vaker met de fiets naar zijn werk gaan. Dat is gezonder voor hem en beter voor het milieu. Bovendien bezuinigt hij op de benzinekosten. Het nadeel is dat hij met de fiets langer onderweg is.
  • Edwin werkt 206 dagen in het jaar. De afstand tussen woning en werk is 15 kilometer. De reiskostenvergoeding is € 0,16 per kilometer. • Hij reist per dag: 2 × 15 km = 30 km • Hij reist per jaar: 206 × 30 km = 6.180 km • De reiskostenvergoeding per jaar: 6.180 × € 0,16 = € 988,80 • Dat is per maand € 988,80 : 12 = € 82,40

Slide 10 - Slide