Week 7 M4 combinatievragen

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Slide 2 - Slide

Planung  Stunde 1
      1. Logo.de kijken
      2. Lesen: Text 5: Spartipps maken en nakijken
      3. Kort-antwoordvragen








Slide 3 - Slide

Lernziel der ersten Stunde:
aan het eind van dit uur: 

  • heb je geleerd wat combinatie-vragen zijn
  • heb je geleerd hoe je een titel bij een alinea zoekt
  • heb je geleerd wat  kort-antwoordvragen  zijn en weet je hoe je deze moet beantwoorden

Slide 4 - Slide

Waarom leer je dit?

  • combinatievragen en kort-antwoordvragen:                          omdat je deze zult tegenkomen in het examen en dus moet weten hoe je dit soort vragen moet beantwoorden

Slide 5 - Slide

maar eerst: 
een filmpje

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Wat zijn ook al weer combinatievragen?

Slide 8 - Slide

een combinatievraag...
Een combinatievraag is een gesloten vraag waarbij je de juiste combinatie(s) moet maken uit twee gegeven groepen elementen.

Slide 9 - Slide

voorbeeld:
Koppel de dieren aan het soort voedsel dat ze eten.

a. leeuw                        1. zaden
b. koe                             2. gras
c. kip                              3. vlees

Slide 10 - Slide

voorbeeld:
- welke tussenkop past bij welke alinea?
- Welke beschrijving hoort bij welke alinea

Slide 11 - Slide

Wat zijn kort-antwoordvragen?

Slide 12 - Slide

een combinatievraag...
Een combinatievraag is een gesloten vraag waarbij je de juiste combinatie(s) moet maken uit twee gegeven groepen elementen.

Slide 13 - Slide

een kort-antwoordvraag

Slide 14 - Slide

een kort-antwoord vraag...
Een kort-antwoordvraag is een open vraag waarbij je het antwoord zelf moet formuleren door middel van één of enkele woorden of een citaat (vermelding van eerste en laatste woord van een tekstfragment).

Slide 15 - Slide

bij een kort-antwoordvraag
  • worden de vragen in het Nederlands gesteld;meestal moet je ze ook in  het Nederlands beantwoorden;
  • kun je niet kiezen of gokken: er worden geen keuzes gegeven;
  • wordt vaak gevraagd naar een alineanummer of een aantal
  • moet je soms een woord of een gedeelte uit de tekst citeren (je hoeft dan niet zelf een antwoord te formuleren!) - dit doe je dus in het Duits!


Slide 16 - Slide

bij een kort-antwoordvraag
  • Hoef je meestal niet de hele tekst te lezen: er wordt gevraagd naar bepaalde, concrete informatie;
  • doorzoek je daarom de tekst op bepaalde woorden (scannen)
  • pas als je weet waar het antwoord staat, ga je gerichter lezen en zorg je ervoor dat je dat stukje tekst echt begrijpt (woordenboek gebruiken!)

Slide 17 - Slide

An die Arbeit!
                              Und jetzt: An die Arbeit!

Wat:         maken: opdracht 8 (examentekst 4, Seite 87, 88)
Hoe:         zelfstandig
Hulp:        woordenboek
Tijd:          15 minuten
Klaar?      begin aan het huiswerk: Opgave 6 (Slim
                  stampen onderdeel A van   
                  examenwoordenschat; online op de laptop)
            



 

Slide 18 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 19 - Slide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

Machen:
Aufgabe 8 (examentekst 4) auf Seite 86, 87)
Aufgabe 9  (examentekst 5) auf Seite 88

Slim Stampen:
onderdeel A van de examenwoordenschat

Slide 20 - Slide

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Slide 21 - Slide

Planung  Stunde 2
      1. Schreiben: Formular ausfüllen
      2. Wiederholung A machen








Slide 22 - Slide

Lernziel der ersten Stunde:
aan het eind van dit uur: 

  • ben je in staat om een formulier in het Duits in te vullen
  • heb je je examenwoordenschat verbeterd

Slide 23 - Slide

Waarom leer je dit?

  • omdat je de termen op een invulformulier moet kennen (woordenschat)
  • omdat je in staat moet zijn om een formulier in het Duits in te vullen
  • omdat je een grote woordenschat nodig hebt voor je examen

Slide 24 - Slide

An die Arbeit!
                              Und jetzt: An die Arbeit!

Wat:         maken Wiederholung A
Hoe:         in het online boek, zelfstandig
Hulp:        n.v.t.
Tijd:          30 minuten
Klaar?      ga verder met Wiederholung B
            



 

Slide 25 - Slide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

Machen:
Aufgabe 5 (examentekst 3) auf Seite 84, 85)
Aufgabe 9  (examentekst 5) auf Seite 88

Slim Stampen:
onderdeel A van de examenwoordenschat

Slide 26 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 27 - Slide

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Slide 28 - Slide

Planung  Stunde 3
  • Logo
  • Hausaufgaben besprechen
  • Sprechfertigkeit

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Hausaufgaben besprechen
Niet gemaakt?
vrijdagmiddag 15.15 uur terugkomen!!

Slide 31 - Slide

An die Arbeit!
                              Und jetzt: Aussprache üben

Was:        Uitspraak oefenen: Aufgaben 2, 3, 4 (Seite 140,
                 141) (Aufgabe 3 en 4 via online boek!!)
Wie:         Zuzweit oder zudritt
Hilfe:        Frau de Haan
Zeit:         10 minuten
Fertig?    Ich frage euch kreuz und quer



 

Slide 32 - Slide



Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!


Slide 33 - Slide