H6.5 Omtrek en Oppervlakte lj2 mavo

wiskunde 6.5
Deze dia's gaan over H6.5 (boek 2A gth).

Je leert wat er met de factor gebeurt als we gaan werken met:
  • de omtrek
  • de oppervlakte
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

wiskunde 6.5
Deze dia's gaan over H6.5 (boek 2A gth).

Je leert wat er met de factor gebeurt als we gaan werken met:
  • de omtrek
  • de oppervlakte

Slide 1 - Slide

6.5    Voorkennis

  • Je hebt in 6.1 t/m 6.3 geleerd hoe je de factor kunt berekenen.
  • Je kent de regel: factor = nieuw : oud
  • Je weet wat omtrek is
  • Je weet wat oppervlakte is

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

6.5    factor en omtrek
  • Bij de omtrek weet je dat je de lengtes van alle zijkantjes van de figuur bij elkaar moet optellen.
  • Wanneer een figuur wordt vergroot, doe je dat ook.
  • Maar als je de factor weet..., dan kun je ook zeggen:

omtrek oude figuur             x factor                is omtrek nieuwe figuur.

Slide 4 - Slide

6.5    factor en omtrek
  • Maar als je de factor weet..., dan kun je ook zeggen:

omtrek oude figuur             x factor                is omtrek nieuwe figuur.
Je doet hetzelfde als in 6.2 en 6.3. 
Je vermenigvuldigt dus met de factor.

Slide 5 - Slide

voorbeeld n.a.v. opdracht 35
x 4
De omtrek van ABCD = 4 +3 + 4 + 3 = 14 cm

Je kunt nu een pijlenketting maken 
van deze situatie
(zie volgende dia)

Slide 6 - Slide

voorbeeld n.a.v. opdracht 35
x 4
De omtrek van ABCD = 4 +3 + 4 + 3 = 14 cm

Je kunt nu een pijlenketting maken 
van deze situatie
(zie volgende dia)
Omtrek kleine = 14 cm
Omtrek vergroting =
14 x 4 = 56 cm
 
Je kunt dus zeggen:  
                  omtrek 'oud'     x factor  = omtrek 'nieuw'
oud
nieuw

Slide 7 - Slide

Leer uit je hoofd:
 
                  

                 omtrek 'oud'     x factor  = omtrek 'nieuw'

Slide 8 - Slide

6.5 Factor en oppervlakte
Je hebt net bij de omtrek gezien, dat er niks spannends gebeurt met de factor wanneer je daarmee moet rekenen.

Bij de oppervlakte verandert er wel iets.
Daar gaan de volgende dia's over.

Slide 9 - Slide

6.5 Factor en oppervlakte
 oppervlakte 'oud '     x  factor2   = oppervlakte 'nieuw '
Onthouden:

Bij de oppervlakte doe je de factor in het kwadraat!

Slide 10 - Slide

voorbeeld n.a.v. opdracht 35
x 4
De oppervlakte van ABCD = 4 x 3 = 12 cm2

Je kunt nu een pijlenketting maken 
van deze situatie
(zie volgende dia)

Slide 11 - Slide

voorbeeld n.a.v. opdracht 35
x 4
De opp van ABCD = 4 x3 = 12 cm2

Je kunt nu een pijlenketting maken 
van deze situatie
(zie volgende dia)
Opp. kleine = 12 cm
Opp. vergroting =
12 x 4= 192 cm2
 
Je kunt dus zeggen:  
                  opp. 'oud'     x factor2  = opp. 'nieuw'
oud
nieuw
factor is x4 
(stond in de tekst)

Slide 12 - Slide

6.5 Leer uit je hoofd:
 oppervlakte 'oud '     x  factor2   = oppervlakte 'nieuw '
Onthouden:

Bij de oppervlakte doe je de factor in het kwadraat!

Slide 13 - Slide