a. h = 1,2 m
b. Op h = 1,2 m heeft de kogel alleen Ez (nog geen snelheid dus nog geen Ek)
Op h = 0 m heeft de kogel alleen Ek (h = 0 dus mgh = 0 dus geen Ez)
De kogel treft de grond met Ek = 1 J (aflezen uit grafiek)
Volgens de wet van behoud van energie moet dus gelden:
Ez = 1 J → m x 9,81 x 1,2 = 1 → m = 0,085 kg
c. De grafiek van Ez is een rechte lijn van (0 , 0) naar (1,2 , 1).
Voor elke hoogte geldt nu dat Ek + Ez = 1 J → dus Ek + Ez = constant
d. 1 - 0,8 = 0,2 J (aflezen langs de y-as)