Jaar 1 KTH Unité 1 les 9: Écrire 2

• Middelbare school

Cours de Français 1ère année

Les devoirs

Afmaken ex. 26-30

Exercice 30 inleveren

Leren Apprendre 8, 9 en 10

Leerdoel

Ik kan een paar eenvoudige zinnen opschrijven over mezelf.

Wat betekent
"Moi aussi je suis sportif"

1. Jij bent ook sportief
2. Ik ben ook sportief
3. Ik houd van sport
4. Ik sport heel veel

Hoe zeg je:
'Waar woon jij?'

1. Tu t'appelles comment?
2. Tu es néerlandais?
3. Tu habites où?
4. Tu aimes le sport?

Hoe zeg je:
'meneer'

Hoe zeg je:
'kusjes'

Les devoirs

Leren Apprendre 1-10

Doorlezen teksten

Toets kennis + lezen

Noem 3 dingen die goed gingen deze les.

Wat heb je deze les geleerd?