De brug 1 arm en rijk in de wereld

arm en rijk
Welkom!

1 / 34
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

arm en rijk
Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • kennismaken met de methode
  •  doelstellingen
  • uitleg
  • aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

doelstellingen
  • Je kent manieren om de welvaart en het welzijn van gebieden met elkaar te vergelijken. 
  • Je begrijpt hoe welvaart en welzijn met elkaar samenhangen.
  • Je kunt op een wereldkaart in grote lijnen een driedeling maken op basis van de welvaart in de landen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

arm en rijk
Waar denk jij aan bij de woorden arm en rijk?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welvaart en welzijn
Welvaart
  • De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.
    

Welzijn
  • De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden.
   

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe meet je welvaart?
1. bbp/per hoofd
2. Koopkracht
3. Armoedegrens
4. Werkgelegenheid
5. Verdeling beroepsbevolking


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. BBP/per persoon

  • Alles wat in een jaar wordt verdiend, gedeeld door het aantal   inwoners van een land


€45.000
€500

Slide 8 - Slide

We delen het bnp door het aantal inwoners, om landen makkelijker met elkaar te vergelijken
bbp per hoofd, in dollar (2020)

Slide 9 - Slide

Maar ook op wereldniveau... Op mondiale schaal kunnen we landen met elkaar vergelijken.

Bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2. koopkracht
Hoeveel je met je geld kan kopen.

In arme landen is de koopkracht hoger, dan in welvarende landen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

3. Armoedegrens
Iemands inkomen is te laag om te kunnen voorzien in de
basisbehoeften (wonen, voedsel, etc). 

In arme landen +/- 1,70 euro per dag.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

4. Werkgelegenheid

Het aantal banen dat beschikbaar is.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

5. Verdeling beroepsbevolking: 

Alle mensen die werken tegen betaling + de werklozen

1. Primaire sector
Landbouw, mijnbouw, visserij
2. Secundaire sector
Industrie, bouw
3. Tertiaire sector
Diensten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Beroepsbevolking in Nederland

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Welvaart en welzijn
Welvaart
  • De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.
    

Welzijn
  • De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden.
   

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

formele sector
Elke maand loon

Bij ziekte doorbetaald

Betaalt belasting

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

informele sector
Geen vast inkomen

Geen inkomen bij ziekte

Betaalt geen belasting

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

HDI index
Welzijn -> Levensomstandigheden meten we met HDI.
1.Levensverwachting
2Alfabetiseringsgraad

Hoe staat Nederland ervoor? Hoe hoog staan ze op deze lijst?
Kijk naar verschillende landen en kijk naar de levensverwachting en de alfabetiseringsgraad. Wat valt op?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

1. levensverwachting
We worden steeds ouder door:
gezondheidszorg
voeding
hygiëne
schoon drinkwater

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

2. alfabetiseringsgraad
Hoeveel mensen ouder dan 15 jaar die kunnen lezen en schrijven.
 
In perifere landen is dit laag. Waarom?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in vier groepen:
  1. hoge - inkomenslanden 
  1. midden - inkomenslanden
  1. lage - inkomenslanden. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

4. Hoge-inkomenslanden
(centrumlanden)
centrumlanden  (rijkste groep landen)

- Meeste mensen comfortabel leven.
- Productiviteit industrie is hoog vanwege hoge technologie.
- Werken in de tertiaire sector.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

2. middeninkomenslanden
(semi-periferielanden)
De semiperiferie (rol wereldeconomie neemt toe)

- Veel mensen werken in de secundaire sector 
- Fabrieken maken eenvoudige producten voor winkels in het buitenland

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

1. lage-inkomenslanden
(periferielanden)
De periferie  (armste landen)

- Veel mensen leven onder of rond de armoedegrens. ($1,90 per dag)
- Veel mensen werken in de primaire sector.
- Productiviteit van de landbouw is laag. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maken opdrachten
timer
15:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Link

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions