hoofdstuk 1 1.2

§1.2 Verwering en erosie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§1.2 Verwering en erosie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
lesopening: herhaling
lesdoelen: verwering en erosie
terugblik: landschappen
instructie: gebergten, laagvlakten
begeleid oefenen: opdracht 1 en 2
zelfstandig werken: opdracht 3 t/m 5
huiswerk/reflectie: hoe is het gegaan?

Slide 2 - Slide

Sleep de omschrijving naar het juiste type gebergte
Oud gebergte
Jong gebergte

Slide 3 - Drag question

Lesdoelen
  • Je weet wat verwering en erosie is.
  • Je begrijpt hoe verwering en erosie voor relief zorgen.
  • Je kunt het relief van gebieden op een kaart indelen in laagland tot en met hooggebergte. 

Slide 4 - Slide

Terugblik
Huiswerk controle +
samen antwoorden bekijken

Slide 5 - Slide

Eerst                               Daarna                          Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen? 

Slide 6 - Drag question

Nederland ligt ........ van een aardplaat
A
aan de rand
B
in het midden

Slide 7 - Quiz

Nederland

Slide 8 - Slide

Wat is de oorzaak voor het verschuiven van de aardplaten?
A
De platen liggen los en drijven op de oceanen.
B
De platen drijven op de stroming van de mantel.

Slide 9 - Quiz

Aardplaat
Aardplaat

Slide 10 - Slide

Instructie

Slide 11 - Slide

Hoe komt dit?

Slide 12 - Slide

Hoogteverschillen
Europa kent veel hoogteverschillen in het landschap, dit wordt reliëf genoemd.

Slide 13 - Slide

Laagland of laagvlakte
Dit is een gebied met weinig reliëf (max. 200m hoog).
Grote delen van Nederland zijn laagland.

Slide 14 - Slide

Heuvelland
Een gebied met heuvels van 200 tot 500m, wordt heuvelland genoemd. Zuid-Limburg is hier een bijvoorbeeld van.

Slide 15 - Slide

Middelgebergten
In gebieden met veel reliëf zijn de hoogteverschillen groter dan 500m. Er zijn middelgebergten, zoals de Eifel, met bergen tussen 500 tot 1.500 m hoog.

Slide 16 - Slide

Hooggebergten
Er zijn ook hooggebergten, zoals de Alpen, met toppen van meer dan 1.500 m.

Slide 17 - Slide

Verwering
"Het uiteenvallen van hard gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten."

Slide 18 - Slide

Verwering door: 

  •  IJs
  • Planten wortels

Gevolg: gesteente breekt af > puinhelling.

Slide 19 - Slide

Erosie
"Het uitschuren en transporteren (bijv. stenen, grind, zand) van materiaal door water, wind en ijs."

Slide 20 - Slide

Erosie is:
A
Materiaal dat is ontstaan door afbraak
B
Verweringsmateriaal
C
Afschuren van het aardoppervlak
D
Het neerleggen van sediment

Slide 21 - Quiz

Erosie komt door:
Rivier
Door de stroming van het water kan gesteente, grind, zand en klei getransporteerd worden.

Als dit proces lang genoeg doorgaat ontstaat er een V-dal.

Slide 22 - Slide

Wind
Als het hard genoeg waait kan de wind klein materiaal meenemen. Denk bijvoorbeeld aan zand.

Slide 23 - Slide

Gletsjers
Gletsjers bestaan uit ijs en sneeuw. Als de gletsjer naar beneden schuurt neemt het materiaal mee.

Slide 24 - Slide

Begeleid oefenen
We maken samen opdracht 1

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken
Basis/plus/intensief:
opdracht 2 t/m 7

Compact:
opdracht 2, 3, 4 en 7

Slide 26 - Slide

Huiswerk / reflectie
Hoe is het gegaan? Zijn er vragen?

Basis/plus/intensief: opdracht 1 t/m 7

Compact: opdracht 1, 2, 3, 4 en 7

Slide 27 - Slide